Voor zijn vijfde livesessie heeft Neil Young het haardvuur verruild voor de buitenlucht.
Na het eerste shot van Young loopt er dan ook al een lama prominent door het beeld, flemend toegefluisterd door Young’s (camera)vrouw Darryl Hannah.
Dat hij begint met ‘Tumbleweed’, zichzelf begeleidend op banjo, lijkt dan ook niet meer dan passend.
Daarna zingt hij ‘Homegrown’, de titelsong van het album uit de jaren zeventig dat eerst op 18 april zou uitkomen, maar nu voor volgend jaar gepland staat.
Opvallend is daarin de manier waarop Young zijn mondharmonica heeft bevestigd. Die staat op een vast statief tegen de wand van een schuur, zodat hij zich met zijn rug naar de camera moet draaien om erop te spelen.
Enig introspectief instrumentaal getokkel ontlokt een kip als antwoord enig getok, waarvoor Young het dier vriendelijk bedankt voordat hij ‘Harvest’ zingt met zijn nog altijd kenmerkend hoge, enigszins onvaste stem.
Hannah becommentarieert dat na het wegsterven ervan met een binnensmonds lachje en de bijna slaperig uitgesproken, weinig specifieke woorden ‘That’s nice’.
Geleund tegen een de schuur schragende boomstam zingt Young daarna ‘Old man’, waarna opnieuw een door Young gemaakte watercommercial volgt met daarin hoofdrollen voor enkele eenden en een zinken badkuip.
Nadat hij de muzikale smaak van een paar kippen heeft besproken met de lachende Hannah, brengt Young die beesten bij wijze van serenade ‘Everybody knows’, waarbij Hannah in beeld ruimt plaats voor ze inruimt.
Ook daarin speelt hij weer een solo op zijn op het statief bevestigde mondharmonica, wat de vraag doet rijzen waar die hoefijzervormige beugel rond zijn nek toch is gebleven.
Young sluit af met ‘War of man’, waarbij hij tegen het licht in als silhouet is gefilmd in een open schuurdeur en hij af en toe half verdwijnt in de schaduw van die schuur, passend bij het onderwerp van die song: Continue reading