elke dinsdagavond van 20:00 - 22:00 op RTV Katwijk op 106.8FM en via deze site


Uitzending gemist

Category: Dossier Ook al dood….. (Page 9 of 22)

Beatles-fotografe Astrid Kirchherr overleden

Beatles-fotografe Astrid Kirchherr is op 12 mei overleden. Ze was 81 jaar oud. Een doodsoorzaak is niet bekend gemaakt.

Kirchherr kwam in contact met de Beatles door Klaus Voormann en fotografeerde de band toen zij in de Hamburgse Star Club optraden. Zo zorgde zij voor portretten van John Lennon, Paul McCartney, George Harrison, Pete Beste en Stuart Sutcliffe voordat de eerste drie met Ringo Starr tot de Beatles uitgroeiden. Ook fotografeerde zij Lennon, McCartney, Harrison en Starr nog in hun Hamburgse tijd.

Verder zou ze verantwoordelijk zijn geweest voor een nog belangrijke bijdrage aan hun imago door het voorstel dat ze hun haar naar voren zouden kammen, zodat het over hun voorhoofd zou vallen.

Eerst zou ze Sutcliffe daartoe hebben overgehaald en daarna Harrison, waarop de andere Beatles ook daartoe overgingen.

Kirchherr en Sutcliffe werden verliefd op elkaar, waarop Sutcliffe de groep verliet om met haar samen te leven, maar hij overleed niet veel later.

Kirchherr fotografeerde na 1967 nauwelijks meer, maar maakte nog wel een portretfoto van Harrison voor zijn soundtrack ‘Wonderwall music’ uit 1968: Continue reading

doodsoorzaak dominee Little Richard bekend

De op zaterdag 9 mei overleden Little Richard is gestorven aan botkanker . Dat heeft zijn advocaat inmiddels bekend gemaakt. Bij het bekend worden van zijn dood werd geen doodsoorzaak gegeven.

Inmiddels melden zich nu allerlei rocksterren die door Little Richard zijn getrouwd.

Het eerste huwelijk dat hij ooit sloot, was in 1982 dat van Steve Van Zandt en zijn vrouw Maureen.

Later trouwde hij ook Onder anderen Cyndi Lauper en haar man en in 2001 Tom Petty en zijn tweede vrouw, Dana York. Bij die plechtigheid zou hij een keer ‘Shut up!’ geroepen hebben.

Ook ander beroemdheden lieten zich trouwens door hem in de echt verbinden, bv. Demi Moore en Bruce Willis in 1987.

De necrologie van Little Richard vind je in de categorie Dossier: Ook al dood…

Alfred ‘Uganda’ Roberts overleden

Percussionist Alfred ‘Uganda’ Roberts is op 5 mei jl. in zijn woonplaats New Orleans overleden aan de gevolgen van longkanker. Hij was 77 jaar oud.

Roberts is alleen een grote naam voor wie de kleine lettertjes leest op platenhoezen en de nog kleinere in cd-boekjes, want hij was de vaste percussionist van Allen Toussaint in zijn Sea Saint Studios en deed dus mee op Toussaint’s album ‘Life, love and faith’ en op b.v. ‘Hey pocky way’ van diens huisband, de Meters.

Ook werd hij in 1972 de vaste percussionist van Professor Longhair, die toen aan een comeback bezig was die onder anderen was geïnitieerd door Quint Davis, ook een van de mensen achter het Jazz and Heritage Festival. Davis zou ook het initiatief tot hun samenwerking hebben genomen.

Zo speelde Roberts op Longhair’s albums ‘Rock n roll gumbo’ (1977) en ‘Crawfish fiesta’ (1980) tot Longhair overleed. ‘The London concert’ is een livealbum van Longhair en Roberts, waarop zijn conga’s het enige andere instrument zijn.

Hij speelde ook op albums van de Wild Magnolias en na een tijd geen muziek meer te hebben gemaakt op Dr. John’s ‘Goin’ back tot New Orleans’ en ‘N’Awlinz: Dis, Dat or d’Udda’, John Mooney’s ‘Gone to hell’ en ‘All I want’.

Roberts werd geboren in de wijk Treme. Dat hij zichzelf speelde in de gelijknamige tv-serie is dan ook niet meer dan logisch: Continue reading

Little Richard overleden

Little Richard is overleden, maar een doodsoorzaak is nog onbekend. Hij was 87 jaar oud.

Richard Wayne Penniman brak door in 1956 met ‘Tutti frutti’. Daarna had hij nog een serie hits als ‘Long tall Sally’, ‘Rio it up’, ‘Lucille’ en ‘Good golly miss Molly’.

De basis daarvan was Richard’s pompende piano, zijn emotionele, door de gospel beïnvloede zang en zijn seksueel gelden teksten. Die waren trouwens vaak nonchalant.

Toch maakte hij al vanaf 1951 weinig opwindende singles en zou zijn grote successen hebben verzonnen terwijl hij als afwasser aan het werk was in het Greyhound-busstation in Macon, Georgia.

Hij nam zijn eerste single op in New Orleans, al was de tekst van ‘Tutti frutti’ daarvoor wel gefatsoeneerd.

Hij werd met die single en zijn volgende hits een even groot idool als Elvis Presey, Jerry Lee Lewis en Bill Haley.

Al vanaf 1958 had hij geen hits meer, maar hij was wel een invloed op Britse groepen als de Beatles, die ook nummers van hem coverden op hun vroege albums. Zij namen b.v. ‘Lucille’ op.

Met zijn uitzinnige kleding, haar en make-up was hij ook een showman van de eerste orde en Prince werd bijvoorbeeld door hem en door James Brown geïnspireerd.

Al in 1957 veranderde hij zijn levensstijl en koos hij ervoor dominee te worden en probeerde hij het als gospelzanger, maar dat leidde niet tot grote successen.

Daarom begon hij weer rock ‘n’ roll te spelen en zo trad hij tegelijkertijd met de Beatles op in de Hamburgse Star Club in 1964.

Na jaren van verslaving aan cocaïne kickte hij in 1977 af en werd weer predikant en bracht nog weer een gospelalbum uit.

In 1986 was hij te zien in de film ‘Down and out in Beverly Hills’, waarvan hij ook de titeltrack zong.

In dat jaar werd hij ook opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame.

Ook de decennia daarna speelde Richard niet alleen zijn oude hits, maar ook de pianorocker die hij ooit was.

Door de jaren heen coverden ook The Kinks, Elvis Costello en Creedence Clearwater Revival songs van hem.

 

‘Sweat Pea’ Atkinson overleden

Hillard ‘Sweat Pea’ Atkinson is overleden aan een hartaanval in zijn woonplaats Los Angeles . Hij was 74 jaar oud.

‘Sweat Pea’ Atkinson was met zijn  soulvolle, door gospel beïnvloede stijl een van de ultieme achtergrondzangers en in die rol was hij te horen op albums van Bonnie Raitt, Bob Dylan, Kris Kristofferson, Brian Wilson, Iggy Pop, Willie Nelson, Jackson Browne, Elton John, Keb’ Mo’, Marc Cohn, Solomon Burke en talloze anderen. Ook zong hij zo’n tien jaar koortjes tijdens de optredens van Lyle Lovett and his Large Band.

Vaak vormde hij een duo met Harry Bowens, met wie hij ook samen zong in de groep Was (Not Was) van producer, bassist en Blue Note-ceo Don Was. Die ontdekte Atkinson bij toeval midden in de nacht in de jaren tachtig een studio in Detroit waar beiden aan het opnemen waren. De immer zeer gesoigneerde, in flamboyante pakken gestoken Atkinson zat toen in Hi Energy met collega’s van de Chrysler-fabriek waar hij aan de lopende band werkte.

Atkinson bracht ook nog twee soloalbums uit: ‘Don’t walk away’ in 1982 en ‘Get what you deserve’ in 2017.

Tom Waits eert Hal Willner

Tom Waits heeft de op 6 april overleden producer Hal Willner geëerd op zijn facebookpagina.

In een lang en uiterst persoonlijk stuk beschrijft Waits karakter en eigenschappen van Willner en haalt hij herinneringen aan hem op.

Dat doet Waits in de voor hem kenmerkende schrijfstijl, waarin de woorden over elkaar heen tuimelen en hij een mythische wereld oproept die ongetwijfeld voor een deel verzonnen is, al blijft de vraag welk deel dan.

Wat in ieder geval overduidelijk blijkt, is de vriendschap die Waits en zijn vrowu en c0-auteur Kathleen Brennan voor Willner voelden: Continue reading

herinneringen aan John Prine

De necrologieën over singer-songwriter John Prine hebben we uiteraard gelezen, maar toch vult dit lange stuk op de site van Rolling Stone dat beeld nog aan, bijvoorbeeld door de herinneringen van Prine’s vrouw Fiona, haar zoon Jody, maar ook van Bruce Springsteen en van Bonnie Raitt, die Prine met haar cover van ‘Angel from Montgomery’ zijn grootste hit bezorgde: Continue reading

producer Hal Willner overleden

Producer Hal Willner is op maandag 6 april overleden, een dag na zijn 64e verjaardag. Hoewel er geen officiële doodsoorzaak bekend gemaakt is, lijkt hij aan corona te zijn gestoven. Willner was 64 jaar oud.

Willner was even veelzijdig als onvoorspelbaar: hij produceerde albums van Gavin Friday’s ‘Each man kills the thing he loves’ en ‘Adam ‘n’ Eve’, Marianne Faithfull’s ‘Strange weather’, Lucinda Williams’ ‘West’ en diverse albums van Lou Reed, met wie hij ook bevriend was.

Ook produceerde hij een albums met eigenzinnige covers van filmmuziek van Fellini, van composities van jazzgroten Charles Mingus en Thelonious Monk en van Disney-klassiekers.

John Prine overleden aan gevolgen coronavirus

John Prine gisteren in een ziekenhuis in zijn woonplaats Nashville overleden aan complicaties veroorzaakt door het coronavirus. Hij had bijna twee weken op de intensive-careafdeling gelegen en was 73 jaar oud.

Prine was een grote naam onder collega-songwriters. Veel van hen keken enorm tegen hem op vanaf het uitkomen van zijn naamloze debuut-lp in 1971.

Dat was ook zijn makke, want er zijn veel meer mensen die iets over hem gehoord hebben dat iets van hem.

Zo staat op dat debuut onder meer ‘Angel from Montgomery’, dat door Bonnie Raitt werd gecoverd en tot een klassieker werd gemaakt.

Veel van de songs op dat eerste album schreef hij terwijl hij postbode was in de buitenwijken van Chicago.

Dat was het begin van een kleurrijk en veelbewogen leven, dat door Rolling Stone tot in detail is weergegeven, inclusief filmpjes van een aantal van zijn songs: Continue reading

Bill Withers overleden

In Los Angeles is op maandag 30 maart soulzanger Bill Withers overleden aan de gevolgen van een hartaandoening. Withers was 81 jaar oud.

Withers is vooral bekend door zijn hits ‘Ain’t no sunshine (When she’s gone’), ‘Lean on me’, ‘Just the two of us’ en ‘Lovely day’, maar maakte in totaal acht albums in vijftien jaar. In die tijd ontving hij drie Grammy’s en in 2015 werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame.

Hij debuteerde in 1971 met het album ‘Just as I am’. Daarop stond niet alleen ‘Ain’t no sunshine’, maar ook b.v. het kale ‘Grandma’s hands’, een herinnering aan zijn jeugd in West Virginia. Daar woonde de stotterende Withers met zijn moeder, vijf zusjes en broertjes én zijn oma.

Zijn debuut kwam uit nadat hij van zeventiende tot zijn zevenentwintigste bij de Amerikaanse marine had gediend en daarna in 1967 naar Los Angeles was gegaan.

Daar wilde hij carrière maken in de muziek, maar hij monteerde drie jaar lang toiletten in Boeing-vliegtuigen, want niemand had interesse in zijn demo’s. Wel trad hij in die tijd ’s avonds op in clubs.

In 1970 kwam hij onder contract bij platenlabel Sussex en toetsenist Booker T. Jones en drummer Al Jackson  jr. produceerden zijn debuut ‘Just as I am’. Daarop speelde bijvoorbeeld de toen al tot superster uitgegroeide Stephen Stills leadgitaar, want collega-muzikanten waren zeer onder de indruk van zijn songs en zang. Naast Booker T. Jones en Jackson jr. deden bijvoorbeeld ook drummer Jim Keltner, bassisten Donald ‘Duck’ Dunn en Chris Ethridge plus percussioniste Bobbye Hall mee.

‘Ain’t no sunshine’ was overigens ironisch genoeg de b-kant van zijn eerste single ‘Harlem’ en werd alleen maar een hit doordat radio-dj’s het vaker draaiden dan de a-kant.

Toen dat nummer eenmaal in de hitparade stond, wilde Withers zijn baan bij de Douglas Aircraft Corporation trouwens niet opzeggen, want hij had weinig vertrouwen in de wispelturige muziekindustrie.

In 1972 kreeg hij voor dat nummer zijn eerste Grammy.

In 1985 stopte hij met muziek maken uit ergernis over de Continue reading

« Older posts Newer posts »