Paul McCartney weet zeker dat God bestaat. Hij heeft Hem namelijk een keer gezien.
Dat was ergens eind jaren zestig, nadat hij DMT had genomen samen met galerie-eigenaar Robert Fraser.
Na het nemen van het goedje zag hij een immers soort muur, waardoor hij zich heel nederig voelde. Hij kon namelijk de rand ervan niet zien, terwijl hij zich benedenaan bevond.
DMT (dimethyltryptamine) ontleende zijn populariteit in de jaren zestig aan het feit, dat het door gebruikers als effectiever werd gezien dan lsd en paddenstoelen.
Die populariteit van toen wordt misschien ook bewezen doordat McCartney zegt dat Robert Fraser destijds tegelijkertijd dezelfde ervaring onderging als hijzelf.
In hetzelfde interview beschrijft McCartney ook nog, hoe hij tijdens het verwerken van de dood van zijn vrouw Linda ervoer, hoe ze hem een teken kwam geven in de vorm van een witte eekhoorn…….