Met de kennis van nu.

Toen Janis Ian in 1994 Beaking The Silence uitbracht, was dat haar tweede come-back. Ze debuteerde al in 1966 als vijftienjarige met een lp waarop de controversiële single Society’s Child stond. De song over een liefde tussen een blanke en een zwarte partner werd opgepikt door Leonard Bernstein en dat was het begin van Ian’s vier lp’s durende moeizame eerste carrière.

The Secret Life Of J. Eddy Fink (Ian’s echte naam) was daarvan de derde in 1968 en Who Really Cares het jaar daarop de vierde. Op de op één cd uitgebrachte lp’s is een tiener te horen die op die derde folk combineert met soms rijk georkestreerde pop en op de vierde met jazz, funk en soms even rijke arrangementen. Op die derde is Ian’s stem nog bijna onherkenbaar jong en schril in ook dan weer kritische teksten over o.m. de popbizz. Haar kenmerkende toon en zangstijl schemeren op die vierde echter duidelijk door, ook door de ingedubde harmonieën. De ambitieuze arrangementen pakken bovendien vaak nog steeds goed uit, al zijn sommige duidelijk gedateerd.

Ontevreden trok ze zich daarna terug om te leren betere songs te schrijven en in 1971 kwam ze voor het eerst terug. Comebackalbum Present Company ontbreekt hier echter doordat dat bij Capitol uitkwam, maar de acht CBS-albums erna zijn alle met liner notes van Ian en een enkele extra live-versie opnieuw uitgebracht door Edsel, plus een registratie van een optreden bij de BBC.

Ze getuigen van haar sprongsgewijze ontwikkeling tot een hoogst persoonlijke singer-songwriter, die op Stars, Aftertones, Between The Lines, Miracle Row  en het onderschatte Janis Ian op natuurlijke manier veel jazzinvloeden in haar folksongs verwerkte en op laconieke toon zong over persoonlijke en soms opnieuw opzien barende standpunten en gevoelens.

De serie laat helaas ook horen hoe ze zich vanaf Night Rains (1979) probeerde aan te passen aan de wensen van haar platenlabel en aan de veranderende muzikale mode. Daartoe werd ze gedwongen door de verkoopcijfers, die ondanks een enkele hit ook tegenvielen ten tijde van haar goede lp’s. Die aanpassing resulteerde in de slinkse discojazz van het door Giorgio Moroder geproduceerde Fly Too High, terwijl ook haar eigen songs muzikaal modieuzer werden. Daardoor steken Night Rains, Restless Eyes en Uncle Wonderful uiterst bleek af tegen de voorgangers.

In retrospectief bleken die platen overigens de aanloop naar een serie van inmiddels zes goede, maar te onbekend gebleven studio-cd’s van een vrouw die muzikaal en persoonlijk haar vorm inmiddels definitief gevonden heeft.

The Secret Life Of J.Eddy Fink/Who Really Cares                            **1/2 / ***

Stars & Aftertones                                                                                ****/****

Between the Lines & The Old Grey Whistle Test Concert DVD            ****/****

Miracle Row & Janis Ian                                                                       ****/****

Night Rains plus Restless Eyes & Uncle Wonderful                    **/**/**

Gepubliceerd in Heaven no. 66, mei-juni 2010/no. 3