Bob Dylan leent zich zelden voor interviews, maar maakte voor The New York Times een uitzondering.

In een lang vraaggesprek gaat het natuurlijk onder meer over zijn eind deze week uitkomende album ‘Rough and rowdy ways’, maar Dylan bespreekt met Douglas Brinkley ook de actualiteit.

Dat hij zegt te hopen dat de familie van George Floyd en de VS snel recht gedaan zal worden is op zich niet zo heel verrassend, want tenslotte sprak hij zich al in de jaren zestig en zeventig al uit tegen discriminatie en klassenjustitie, zoals Brinkley terecht meldt.

Elders in het interview laat Dylan zich echter weer van zijn apocalyptische kant zien, als hij zegt dat de coronapandemie de voorloper is van ‘iets anders wat eraan komt’.

Ook filosofeert hij dat we aan de vooravond staan van de ‘eve of destruction’, daarmee misschien onbedoeld Barry McGuire’s gelijknamige hit uit 1965 aanhalend.

Dylan’s suggestie dat exteme arrogantie kan uitmonden in rampzalige straffen is op zijn minst mysterieus en zijn idee om het virus maar te laten uitwoeden zou ons zeker dichter bij de vernietiging brengen, al zegt hij dat je op veel verschillende manieren over het virus kunt denken.

Over zijn eigen dood denkt hij overigens niet op ‘een persoonlijke manier’ na.

Zo valt er veel te halen voor Dylan-watchers:

https://www.nytimes.com/2020/06/12/arts/music/bob-dylan-rough-and-rowdy-ways.html

 

Eerdere berichten over Bob Dylan vind je in de categorieën Nieuws, Muziekboeken, Dossier Ook al dood en Rootsmuziek op radio, tv en internet.