Hot Tomato Records

Na ‘Rooster Rag’ (2012) bracht Little Feat geen studioalbums meer uit. Dat kwam gedeeltelijk door het overlijden eind oktober 2019 van de bepalende zanger-gitarist Paul Barrere, die na de reünie van 1988 (!) een steeds belangrijker plaats innam als slidegitarist, zanger en componist ondanks de jaren met Craig Fuller (1987-1993) en daarna met Shaun Murphy (1993-2009) als co-zangers, maar ook daarvoor al door de vele tournees waarbij de groep zich voor het allergrootste deel concentreerde op de periode met voorman Lowell George. Zo werd de band steeds meer een solide ‘oldies act’ die zeker waar voor zijn geld bood, maar helaas niets toevoegde aan de rijke erfenis.

‘Rooster Rag’ was zeker niet zo sterk als relatieve hoogtepunten ‘Ain’t Had Enough Fun’ (1995) of ‘Kickin’ It At The Barn’ (2003), ook doordat Barrere voor en tijdens de opnamen al ziek was en dus nauwelijks songs bijdroeg. Mede daardoor was er meer ruimte voor bluesnummers en zo kwam een van de vroege invloeden uit de begintijden van de als viermansformatie gestarte groep terug: openingssong ‘Candy Man Blues’ (Mississippi John Hurt) en het afsluitende ‘Mellow Down Easy’ (Willie Dixon) namen op dat album prominente plaatsen in.

Die inspiratiebron boren oudgedienden Kenney Gradney (bas), Sam Clayton (percussie), Bill Payne (toetsen) en Fred Tackett (gitaar) op deze slechts negen nummers tellende nieuwe volop aan met recente leden Tony Leone (drums) en Scott Sharrard (elektrische gitaar en slidegitaar):

alle songs zijn bluesklassiekers, waarvan drie van Willie Dixon, twee van Muddy Waters en een van respectievelijk Little Walter (‘Last Night’) , Preston Foster en Bobby Charles.

Alleen opener ‘Milkman’ werd geschreven door Clayton, Tackett en Sharrard, terwijl Clayton ook de leadzanger is. Dat is hij ook in de andere acht nummers, hoewel hij in het hele bestaan van de groep sinds 1968 slechts af en toe zong met ‘Spanish Moon’ tijdens optredens als grootste klassieker. Wel is hij een overtuigd bluesfan: zo zong hij tijdens optredens door de jaren heen af en toe bluessongs. Op ‘Barnstormin’ Live Volume I’ uit 2005 is ook al zijn versie van Little Walter’s ‘Last Night’ te horen.

Clayton heeft gelukkig nog zijn even gretige als gruizige grom, al is zijn stem wel een octaafje gezakt. De groep is fanatiek in alle nummers, of die nu als blues of rock klinken, met emotionele (slide)solo’s van Sharrard en stuiterende solo’s op piano van Payne. Ook de incidentele partijen van saxofonist Art Edmaiston en trompettist Mark Franklin en de harmonica van Michael ‘Bull’ LoBue zijn fel, net als Bonnie Raitt’s duetzang in het akoestische ‘Long Distance Call’. Wel is de vraag of het de bedoeling is dat zij en Clayton zo ongelijk timen.

Verder is de productie van de in de Sam Phillips Studio in Memphis opgenomen songs helder en open, net als van ‘Got My Mojo Working’, het live opgenomen slotnummer, zodat Little Feat’s feestelijk klinkt. Wel valt het te betreuren dat de band voor hun comebackalbum kiest voor zulk voorspelbaar repertoire, waarin weinig ruimte is voor hun spreekwoordelijk syncopische ritmes. Met die afsluiter drukt Little Feat zichzelf hoorbaar eerder in de hoek van ‘feestband’ dan in die van de in hun geval niet eens ‘gouwe’ ouwe. Daarmee is de groep nog maar een flauwe afspiegeling van zichzelf.

***

Eerdere berichten over Little Feat vind je in de categorieën  Nieuws, Concerttips, Rootsmuziek op radio, tv en internet en Dossier: Ook al dood….

Mijn recensies van ‘Electrif Lycantrophe’, ‘Waiting for Columbus Live Deluxe’, ‘Rooster Rag’, ‘Kickin’ it at the Barn’, ‘Live at the Ram’s Head’, ‘Raw Tomatos Vol. One’, ‘Ripe Tomatos Vol. One’, ‘Waiting for Columbus 2CD’, ‘Barnstormin’ Volume One’ en de Deluxe editions van ‘Sailin’ Shoes’ en ‘Dixie Chicken’ vind je in de categorie recensies roots.