funkende filosoof

Van de acht nummers op zijn derde soloalbum met eigen werk schreef Zita Swoon-voorman Stef Kamil Carlens er vijf. Daarnaast deed hij songs van Prince (‘The Future’), Dez Mona (‘Suspicion’) en Alain Bashung, die  in ‘C’est Comment Qu’on Freine’ een tekst van Serge Gainsbourg zong.

Met die eerste cover opent Carlens zijn album en dat is een stellingname, want het klinkt droog swingend, met funky blazers in het refrein die inderdaad doen denken aan zijn held Prince en dus aan James Brown, al kiest Carlens voor veel zoemende, analoge synthesizers en een melodieuze bas. Carlens deelt Prince’ duistere kijk op de toekomst zoals gevisualiseerd in de film ‘Batman’, waarvoor het nummer bedoeld was.

Opvallend genoeg zette Carlens Dez Mona’s ‘Suspicion’ daar meteen achteraan, al is zijn versie dansbaarder en daardoor minder open en weemoedig dan het origineel, dat toen muzikaal aan hem en David Bowie verwant was.

Zangeressen Nel Ponsaers en Rahmat Emons spelen in deze songs én de andere een belangrijke rol. Ze staan dan ook samen met Carlens op de hoes als knipoog naar

Wendy & Lisa, ooit Prince-protegés. Hij brengt dat duo een saluut in ‘Walk On Red, Stop On Green’, net als Johnny Winter, Johnny Guitar Watson, John Lee Hooker en Little Feat.

Drummer Maarten Moesen, bassist Miko Banovic en gitarist Jomas Meermans spelen even swingend als dienend, maar het zijn naast Carlens’ toetsen en synths vooral Alban Sarens’ vaak ritmisch knorrende saxen die het geluid bepalen.

Ondanks de eerder tot dansen dan tot denken nopende muziek staat in veel van Carlens’ teksten de lange liefde centraal: de relaties die door de jaren heen littekens oplopen, terwijl in die liefde toch de sleutel ligt en niet in de politiek, die in het afsluitende ‘So Much Love’ alsnog een flinke kat krijgt.

***1/2

Eerdere berichten over Stef Kamil Carlens vind je in de rubrieken nieuws, rootsmuziek op radio, tv en internet en Dossier: ook al dood…