Feestje.
Canadese bluesman Harry Manx was op zijn twee solo-platen al nooit voor een gat te vangen: hij schrijft, zingt, speelt banjo, akoestische slide en National steel gitaar. Bovendien bespeelt de ex-leerling van de Indiër V. M. Bhatt ook de door de laatste uitgevonden Mohan Veena, een twintigsnarige Indiase kruising tussen sitar en steelgitaar.
Op een folkfestival jamde hij met de veelzijdige gitarist Kevin Breit, die voor o.a. Cassandra Wilson, Holly Cole en Janis Ian speelde, maar ook solo, met percussionist Cyro Baptista en met Sisters Euclid instrumentale cd’s opnam.
In deze veertien nummers hebben de twee elkaar gevonden: ze kruisen blues en folk met jazz en country, een vleugje Indiase muziek en een forse dosis singer-songwriter.
Manx beschikt namelijk over een soepele en emotionele alt, waarmee hij in zijn Funny Business en Weary And You Run, maar ook bijvoorbeeld in Sleepy John Estes’ Diving Duck Blues en Jimi Hendrix’ Voodoo Child (Slight Return) een niveau haalt een Anders Osborne waardig.
Breits virtuoze solo’s op allerlei snareninstrumenten en Manx’ eigen stuwende spel zorgen voor swingende melodieën, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn. In de vijf instrumentale nummers dagen de twee elkaar uit en tasten ze elkaar af. Daarbij is zoeken wel eens belangrijker dan vinden, maar in de songs valt het gedreven, precieze spel op waarmee de twee Manx’ teksten ondersteunen. Zo komt vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand.
***1/2
Gepubliceerd op www.popmagazineheaven.nl bij Heaven no. 25, juli-augustus 2003/no. 25