Iedereen kent ze: van die nummers die zich na een keer luisteren onverbiddelijk in je geheugen nestelen, vaak tegen je zin in. Om die reden worden sinds een aantal jaren ‘oorwurmen’ genoemd.

Nu lijkt bekend te zijn waardoor het komt, dat wij ze zo makkelijk en vaak tegen onze zin onthouden: de structuur van hun melodieën lijkt op het gebrabbel van moeders tegen hun baby’s.

Dat onderzocht Martine van Pyuvelde in haar promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit van Brussel. Samen met twaalf muzikanten analyseerde ze maar liefst 854 ‘babbelmomenten’ tussen moeder en baby.

Veel moeders bleken op zangerige toon tegen hun baby te praten: maar liefst 85 procent van het gepraat bestond uit harmonieuze klanken: klanken die goed bij elkaar passen. Die hebben trillingen die gelijk aan elkaar zijn of een veelvoud van elkaar, reden waarom ze zo goed bij elkaar passen. Dat is niet zonder reden, want die geluiden zorgen voor een gevoel van veiligheid bij de baby. Baby’s imiteren die makkelijke geluiden dus snel.

Grote hits hebben dezelfde klankopbouw en klinken dus automatisch vertrouwd. Van Puyvelde noemt onder meer hits als Obladi, oblada van the Beatles, Lola van the Kinks en Rehab van Amy Winehouse als bewijs voor haar stelling.