Jack White is onder meer lid van het bestuur van de Amerikaanse National Recording Preservation Foundation en maakte daaraan ook al eens 300.000 dollar over (220.000 euro). Daarnaast is hij eigenaar van label Third Man Records.

Die twee functies komen amen in zijn recente commentaar op digitale opnametechnieken. Die noemt hij in een interview met The Atlantic ‘verre van veilig’ als het gaat om het bearen van muziek. Volgens hem breken de banden of kan de informatie niet meer worden teruggevonden. Oudere opnametechnieken zijn volgens hem veiliger om originele opnamen te bewaren.

Toch duurde het een tijd voordat de platenmaatschappijen waren doordrongen van het nut van bewaren van cultuurgoed, want in het begin van de grammofoonplaat waren er labels die de masters waarvan wasplaten waren geperst uit elkaar haalden om ze te verkopen als dakbedekking als alternatief voor leien.

White houdt er  een heel ander standpunt op na, want zijn label gaat oude opnamen van Paramount Records op vinyl uitbrengen.

Op 29 oktober komt een compilatie van achthonderd nummers uit die stammen uit de periode 1917-1927.

The rise and fall of Paramount Records, Volume one (1917-1927) zal opnamen bevatten van onder anderen Louis Armstrong, Ma Rainey, Fletcher Henderson, Blind Lemon Jefferson, Jelly Roll Morton, King Oliver en Ethel Walters.