Eigen wijs.
Wies Peeters haalde bij haar debuut in 2007 de pers als de Utrechtse postbode die stevig en rootsy rockte op Delivery in a moment. Toch werd het na dat door velen positief besproken eerste album lang stil en leek ze van de aardbodem verdwenen.
Peeters duikt nu echter op in Rotterdam, waar ze niet alleen haar naam veranderde, maar ook haar muzikale identiteit. Op de meeste van de tien eigen songs en een cover van Eric Kaz is de elektrische gitaar ingeruild voor haar ukelele, terwijl toch nog gebruikte gitaren in dienst staan van de song en nauwelijks mogen soleren.
Peeters componeerde haar songs in Rock ’n Rommel, een winkel waar ze eigen-beheer-muziek, doe-het-zelfkunst en unieke tweedehands kleding verkocht. Die zat tegenover het Ukelele Paradijs, een speciaalzaak met wel honderd verschillend gekleurde ukeleles in de etalage……
Hoewel veel songs muzikaal klein gehouden zijn, zijn er rollen voor gitarist/producer Ingmar Spaaij, drummer Nicky Hustinx en contrabassist Peter Jessen.
Lucinda Williams, Bonnie Raitt en Neil Young hebben ongetwijfeld qua sfeer geïnspireerd, maar dan alleen met hun breekbare kanten. Delouise blijkt namelijk opnieuw tot sterke, intieme songs in staat die roots lijken te combineren met de melancholie van kamermuziek. Rising star en Night train laten echter horen, dat ze ook tot haar recht komt als frontvrouw van een groep.
Delouise’s soms merkwaardige, binnensmondse uitspraak van het Engels verleent echter toch een onverwacht Nederlands tintje aan een album vol rootsy americana.
***1/2