Van David Palmer hadden we al een jaar of veertig niets meer gehoord, maar inderdaad, op de eerste plaat van Steely Dan was hij de zanger, al zong hij ook toen niet elk nummer: Palmer was de zanger in twee songs, zong in drie andere nummers koortjes en werkte ook nog wel mee aan Countdown to ecstacy. De twee hits van Can’t buy a thrill, Do it again en Reelin’ in the years, werden beide door zanger/toetsenist Donald Fagen gezongen.
Nu duikt Palmer echter weer op, zij het niet op het podium: hij meldde zich bij een Californische rechtbank met de claim dat Steely Dan hem nog royalties schuldig is.
Het zou gaan om rechten die uitvoerenden krijgen, een in de VS heikel onderwerp. De Amerikaanse muziekstreamers Sirius XM en Pandora keren die echter wél uit in tegenstellling tot veel traditionele radiostations en Steely Dan zou inkomsten voor hem verborgen gehouden hebben.
Palmer stelt dat hij recht heeft op een zesde van de rechten van de opbrengst van de songs waaraan hij meedeed, maar dat niet gekregen heeft. Het totaal is namelijk overgemaakt naar Steely Dan Inc. (SDI). SoundExchange, de organisatie die de rechten verdeelt, keert echter uit aan individuen en dat zou in dit geval dus niet zijn gebeurd.
Inmiddels kreeg Palmer van SDI een cheque ter waarde van een ruime achtduizend dollar voor de periode dat hij lid was van de band, maar hij stelt dat hij nog geld te goed heeft vanaf het moment dat SoundExchange is opgericht. Dat was in 2000.
Hij stelt dus dat Steely Dan Inc. zich onder meer schuldig maakt aan contractbreuk en eist een schadevergoeding.