In maart 2012 wees de rechtbank in Den Haag al de eis toe van de Stichting Norma, de vakbonden FNV KIEM, de Nederlandse toonkunstenaarsbond en een aantal musici en acteurs. Die organisaties wilden een vergoeding aan artiesten voor de inkomstenderving door mp3-spelers en harddiscrecorders.

Het was het hoger beroep in de door hen ingestelde bodemprocedure tegen de Nederlandse staat, die destijds geen thuiskopieheffing had ingevoerd voor deze apparaten, dit in tegenstelling tot voor lege cd’s en dvd’s. De wet die dat bepaalde was namelijk opgeschort door de Minister van Justitie.

De Staat ging tegen deze uitspraak in cassatie, maar heeft nu dus ongelijk gekregen van de Hoge Raad. De overheid had niet mogen besluiten dat er geen vergoeding zou komen voor de kopieën op mp3-spelers en harddiskrecorders.

De Hoge Raad baseert zich op Europese wetgeving, die stelt dat de Staat de verplichting heeft ervoor te zorgen dat rechthebbenden een zogenoemde billijke compensatie ontvangen voor thuiskopieën. Die vergoeding moet het nadeel compenseren dat zij lijden als gevolg van het maken van thuiskopieën.

De Hoge raad heeft bepaald, dat de Staat de inmiddels geleden schade moet vergoeden. Over de hoogte daarvan loopt nog een zogenaamde schadestaatprocedure. NORMA verwacht dat de rechtbank daarover uitspraak doet binnen zes maanden.

Het eerdere bericht over deze zaak vind je in de categorie Dossier Crisis in de platenindustrie.