Natuurlijk, muziek is de belangrijkste bijzaak van het leven, hoewel ik er nog wel een paar weet. Je moet het overigens niet al te serieus nemen, want waar is dan het einde? We zoeken wel de breedte en de diepte, meer dan andere bladen, maar uiteindelijk proberen we door over muziek te schríjven het blad elke keer te verkopen. We bedrijven geen kunst!
De ene recensent kan muziek beter relativeren dan de ander, maar dat is wel van belang. Anders eindigen er meer zoals hij, al verbaast het me ook. Als er iemand was die in zijn recensies zijn oordeel objectiveerde, was hij dat wel. Alle feiten stonden er altijd in: aantal songs, zelf geschreven of niet, genre, invloeden en waarom het goed was, of niet natuurlijk. Dan is er weinig ruimte voor die ongebreidelde superlatieven en poëtische beeldspraken van sommige anderen, bedoel ik maar.
Je voelde wel, dat hij altijd dezelfde meetlat gebruikte en geen compromissen sloot, al probeerde hij wel steeds het positieve te benadrukken. Je kunt je dus afvagen of popjournalistiek wel bestaat, ja.
We hebben onvoldoende gezien dat hij in zijn recensies eigenlijk zijn eigen idealen beoordeelde en vooral hoe onbereikbaar die voor hem bleken. Hij werd wel langzaam cynischer. Blijkbaar nam hij zichzelf onafgebroken de maat, maar dan indirect. Soms begreep ik, dat hij bepaalde favorieten niet meer kon draaien, maar ik snap nu pas waarom: hij schoot steeds te kort….
Of hij niet verschrikkelijk in zijn puberteit is blijven steken? Die vraag kun je nu niet stellen, nee. Tenslotte is er al commotie genoeg, al is die zelfmoordpoging mislukt. Zelfs zijn tentamen suïcide haalt hij niet in een keer… Nee, sorry: geen leuk grapje.
Nog een geluk dat alle bijdragen via internet binnenkomen en we elkaar hooguit een keer per jaar zien. Alle kans dat niet iedereen het weet. Het aan het eind even kort melden volstaat denk ik wel.