Op 1 september a.s. komt het boek De big bang van de popmuziek uit. Dat is geschreven door oudradiopresentator Marc Stakenburg.
Daarin doet hij verslag van zijn reizen naar wat hij ‘de oorsprong van de populaire muziek’ noemt met Memphis en New Orleans als ‘ankerplaatsen’.
Sinds 1981 bezoekt Marc Stakenburg de Verenigde Staten namelijk regelmatig en dan in het bijzonder de Mississippi-delta.
In zijn boek bezoekt Stakenburg ongeveer twintig essentiële plekken in het diepe zuiden van Amerika, plekken waar de popmuziek in feite begon.
Zijn verhaal begint op Congo Square in New Orleans, waar slaven mochten dansen en muziek maken. De kiem die daar werd gelegd, leidde volgens Stakenburg niet alleen tot het ontstaan van de jazz, blues, gospel en uiteindelijk tot de rock ‘n’ roll, soul, maar ook tot die van de country.
De big bang van de popmuziek vertelt dan ook het verhaal van muziek en muzikanten die elkaar beïnvloeden, van verbroedering en afgunst, van grote triomfen en diepe tragedies. Het zijn veelal verhalen over zwarte mensen, aangevuld met een enkele blanke.
Rode draad in het boek is de geschiedenis van de Burgerrechtenbeweging van zwart Amerika. Vanaf Congo Square spelen segregatie en emancipatie voortdurend een rol in de muziek. Stakenburg werkt onder meer de relatie tussen dr. Martin Luther King en het Stax-label uit Memphis uit.
Stakenburg belooft bij De big bang van de popmuziek ook afspeellijsten op Spotify en YouTube met Keith Richards, Robert Johnson, Isaac Hayes, Fats Domino, Elvis Presley, The Beatles, dr. Martin Luther King, The Staple Singers, Hank Williams, Otis Redding en vele anderen.
Ook beschrijft Stakenburg in zijn boek waarom Hank Williams’ enkels werden gebroken, toen hij in zijn kist werd gelegd, hoe dat kogelgat in de buitenmuur van Elvis’ Graceland kwam en of het kruispunt waar bluesgitarist Robert Johnson om middernacht een ontmoeting met de duivel had echt bestaat.
Op vrijdag 5 september presenteert Stakenburg zijn boek in de kleine zaal van Paradiso om 15:30 uur:www.marcstakenburg.nl