Songschrijver en soulzanger Bobby Womack is overleden op vrijdag 27 juni. Womack leed aan diabetes en aan darmkanker en was zeventig jaar oud.

Womack begon zijn carrière als tienjarige in de Womack Brothers, een groep die een aantal soulsingles en een hit hadden met Buffalo Bill, waarna de broers de groepsnaam wijzigden in de Valentinos om zo wereldser songs te kunnen zingen.

In 1964 brachten de Valeninos It’s all over now uit, een song die al een maand later werd gecoverd doo de Rolling Stones.

Vaaf 1966 werkte Womack als sessiemuzikant tijdens sessies van onder anderen Joe Tex, Aretha Franklin en The Box Tops, terwijl Wilson Pickett I’m a midnight mover en I’m in love opnam.

In 1968 bracht Womack zijn solodebuut uit, Fly me to the moon. Na een serie solo-lp’s kreeg hij opnieuw veel succes met The poet in 1981, maar zijn drugsverslaving speelde hem langdurig parten.

In 2009 werd Womack lid gemaakt van de Rock and roll Hall of Fame en na te hebben gezongen op de eerste single van het Damon Albarn’s derde Gorillaz-album bracht hij in 2012 zijn The bravest man in the universe uit, waarvan Albarn een van de producers was.

Womack was voor zijn dood bezig met opnamen voor een nieuwe cd, die The best is yet to come zou gaan heten. Daarop zouden Stevie Wonder, Rod Steward en Snoop Dogg meedoen.