Liefde kan ook toeslaan als je iemand al jaren kent. Wat een paradox. Eerst is een vrouw gewoon een vrouw en dan is ze opeens DE vrouw. Waanzin toch? Bij mij was het altijd liefde op het eerste gezicht.
Ik grimlachte en staarde naar de foto’s in het boekje. Ze spatte me van de pagina’s tegemoet. Een klassieke schoonheid was ze niet met die rare, grote neus, maar ze hield me gevangen: dat haar, die weemoedige blik en die spottende glimlach, haar lange lijf, gekoesterd door nonchalante kleren, en dan die ranke benen in elegante hoge hakken.
Ik had haar cd in de uitverkoop gekocht, net als de twee vorige, zonder ernaar te luisteren ditmaal. Het was meer uit trouw aan mijn cd-verzameling dan aan haar, eigenlijk.
Ze stond alweer zo’n twee jaar onsuccesvol naar klanten te lonken en was dus afgeprijsd, hoewel er wel meer af had gemogen. Ik had er nog over getwijfeld of ik haar niet zou laten staan. Zo’n enorme indruk hadden die andere ook weer niet op me gemaakt. Typisch de vrouw van.
Ik draaide haar niet meteen, maar legde haar op een stapeltje. Andere cd’s gingen voor, maar uiteindelijk moest het er toch maar van komen.
Vanaf haar eerste woord spleet haar wat hese stem mijn hoofd. Ze wíst dat ze geen mooi jong ding meer was. Ze wilde elegant oud worden, met gratie en passie als het kon. Ik hoorde het in haar toon meer nog dan in haar woorden en ook: verloren onschuld, hunkeren naar liefde en opflakkerende lust.
Ze had soms helemaal genoeg van haar vent, van de misverstanden, de ruzies, de littekens, die lange tournees met zijn vriendenzooi. En tóch hield ze in de twee laatste songs nog hoorbaar van die energieke all American working millionaire met zijn centenbak. Onbegrijpelijk. Ik moest haar cd maar gauw naast die andere twee zetten en een vrouw gaan scoren in de kroeg.
Gepubliceerd in Heaven no. 61, juli – augustus 2009/no. 4