De rechtbank in Den Haag heeft op woensdag 14 januari een uitspraak gedaan in een zaak over de hoogte van de thuiskopieheffing in 2013 en 2014.
Volgens de rechter was die in 2003 ingevoerde heffing om rechthebbenden te compenseren voor kopieën gemaakt voor thuisgebruik in die twee jaren te hoog.
Die heffing week namelijk niet veel af van het bedrag dat werd vastgesteld in de tijd dat de heffing nog de gederfde inkomsten moest compenseren van het illegaal gebruik van de muziek, game of film.
Om die reden is de vastgestelde heffing nu door de Haagse rechtbank ‘partieel onverbindend’ verklaard.
Daarmee werden dus de hardwareproducenten in het gelijk gesteld. Die voerden aan dat driekwart van alle thuiskopieën afkomstig is uit illegale bron en dat het aantal ervan sterk is afgenomen sinds het invoeren van het downloadverbod in april 2014. Als gevolg daarvan had de thuiskopieheffing volgens de eisers verlaagd moeten worden.
Daarmee is de rechtbank het dus eens, al moet nog worden bepaald, hoe hoog de thuiskopieheffing dan wel had mogen zijn.
Het kabinet heeft de thuiskopieheffing intussen per 1 januari 2015 verlaagd met dertig procent.
Eerdere berichten over de thuiskopieheffing zijn te vinden in de categorie dossier Crisis in de platenbranche.