Klassiek werk.

Bij de uitreiking van de Popprijs 2008 grapte Huub van der Lubbe: “Het wordt steeds leuker. Na 29 jaar win je de Popprijs.” De Dijk kreeg die voor hun recente cd Brussel én voor hun plek binnen de Nederlandse popmuziek.

Toen gitarist Nico Arzbach, zanger Huub en bassist Hans van der Lubbe in 1981 Nederlandstalige popmuziek gingen spelen, was het dan ook meteen raak met hun op rhythm ‘n’ blues, rock en soul geënte muziek. Vanaf hun tweede lp aan scherpten ze die voor Nederland nieuwe mix aan tijdens ongeveer 180 optredens per jaar met drummer Antonie Broek en toetsenist Pim Kops, mede door Broeks (co-)producties.

Hoewel De Dijk ook nu in hun beste nummers nog verrassende details speelt, hadden ze in 1989 hun definitieve vorm gevonden. Van de tien songs op deze nu met extra’s uitgebrachte vijfde plaat is dan ook minstens de helft een klassieker.

Die oorspronkelijke songs klinken geremastered ruimtelijker dan voorheen, maar net zo sfeervol of swingend als destijds. De door de band scherp gearrangeerde Super Groove Horns spelen daarin een belangrijke rol, net als Van der Lubbes teksten. Die waren toen al effectief berijmde, evocatieve mengsels van machismo en romantiek, waarin mannen én vrouwen zich herkenden.

Extra’s zijn helaas soms onleesbare krantenfragmenten en aantekeningen, drie demoversies, twee b-kantjes, een (goede) afvaller, zeven live-songs van tijdens de lp-presentatie en vier korte thuisdemo’s. Ze tonen een band die altijd hard én geïnspireerd werkt.

***

Gepubliceerd bij Heaven n0. 61, juli-augustus 200/n0. 4