Edo Donkers maakte twee albums: in 2006 verscheen ‘Warning signs’ en in 2010 kwam ‘A Sense of home’ uit.

Daarna werd het stil rond de man die hoorbaar droomde van de achterafweggetjes van Amerika. Op die albums beleed hij zijn liefde voor Amerikaanse rock- en rootsmuziek zonder reserve.

Ondanks de muziakel theatervoorstelling A song journey met Jan Donkers en Abel de Lange, incidentele filmmuziek (‘Jackie’), kinderliedjes (‘Hoorspel’), regelmatige optredens bij Met het oog op morgen en de Woody Guthrie Centennial Tour leek hij toch vooral achter de horizon van zijn droomland te zijn verdwenen, iets waarnaar een aantal van zijn songs ook leken te verwijzen: ‘Driving down to Baltimore’, ‘Last junction home’ of ‘Beneath American skies’ bijvoorbeeld.

De werkelijkheid was echter prozaïscher: Donkers kreeg met zijn vrouw twee kinderen en had én heeft daarnaast een reguliere baan bij Stichting de Noordzee, waar hij zich bezighoudt met het milieu en duurzaamheid.

Toch bleef de muziek trekken en Donkers nam twaalf songs op voor zijn come back-album, gelouterd door het leven.

In het boekje kondigt hij trouwens nog meer aan: een boek met essays over voor hem bepalende songs en live-opnamen die hij wil uitbrengen.

Op die manier timmert hij zoals hij schrijft: aan een fort ‘als schuilplaats in deze rusteloze tijden’ en aan hoop voor hemzelf en voor iedereen die het nieuws volgt.

Daarom alleen al dus van elk van zijn albums een song……