Hoewel we in juli in augustus eigenlijk geen Rode Draden weven, maken we daar vanavond maar een uitzondering op.
Dan is het wel gepast voor een bijzonder onderwerp te kiezen, al is de gitaar in de popmuziek onmisbaar.
Bijna iedere jongen die droomt van muziek maken, speelt luchtgitaar en maar zelden bas of drums.
Er zijn dan ook veel songs waarin de gitaar als vanzelfsprekend de hoofdrol voor zich opeist, maar heel wat minder nummers die de gitaar als onderwerp hebben.
Vanavond zetten we er vier op eenritje: twee heel bekende en twee relatief onbekende: While my guitar gently weeps van the Beatles is al bijna verworden tot een cliché, maar blijft bij zorgvuldig luisteren een uiterst intense song, ook door de gastsolo van Eric Clapton, destijds George Harrison’s grote vriend ondanks dat hij een affaire had met Harrison’s vrouw Patti.
David Sylvian’s Red guitar stelt merkwaardig genoeg muzikaal dan weer de gitaar helemaal niet centraal met zijn bepalende dwarse drums en bas en spetterende blazers, maar in het negen minuten durende nummer van BJ’s Wild verband en Richard Shindell is dat weer wel het geval, al blijft Shindell akoestisch en onverminderd ingetogen. Allebei schreven zij teksten die niet minder dan een eerbetoon zijn aan een gitaar en dus aan alle gitaren.