MG017
liefdewerk
Singer-songwriter Beatrice van der Poels vierde Nederlandstalige album begint met een verleidelijk gezongen afscheid. Paradoxaal genoeg suggereert de tekst een overledene of ex-geliefde die de koffer op het perron neerzette ‘die nu bij mij hoort’.
Zo zet Van der Poel in haar door drummer Daniël van Dalen, bassist Thijs Vermeulen, toetsenist Marcus Olgers en gitarist/producer Tim Eijmaal open en sfeervol gespeelde ballad letterlijk en figuurlijk de toon voor elf nieuwe songs.
Tien daarvan schreef ze zelf, terwijl ze voor schrijver Thomas Verbogt en Wim Brands’ weduwe het gedicht ‘Plas’ op muziek zette van deze door zelfmoord omgekomen dichter.
Brands’ tekst is harder dan de hare zijn: blijkbaar kon hij alleen met zijn vader afrekenen door zich van hem af te keren. Van der Poels verlangen naar het verleden is in autobiografische teksten juist het ijkpunt voor haar heden en de verwachtingen voor haar toekomst.
Haar weemoed is namelijk niet steeds zo monter als in het titelnummer met zijn verwijzing naar Wim Sonnevelds Het dorp. Die liefdevolle terugblik op haar jeugd contrasteert scherp met de hunkerende vrouw die niet krijgt wat ze zocht in het bluesy De tinteling en het jachtige Blues in mijn buik.
Die gretigheid kenmerkt ook de laatste drie songs, waarin Van der Poel hartstochtelijk verlangt naar het moment dat de liefde losbarst. Een schaars moment van geluk is het funky rockende Lange benen man, maar in de andere songs bewijst Van der Poel opnieuw dat er veel inspiratie schuilt in melancholie.
***1/2