Lucky Bear Records MMM9550
speeltuin.
De Canadese singer-songwriter Rob Lutes nam voor zijn zesde studioalbum dertien songs op met zijn vaste sologitarist Rob MacDonald en ander musici met wie hij vaker samenwerkt op zijn eigen albums of op ‘Parade day’ van Sussex, een zijproject..
Lutes schreef twaalf songs alleen of samen met anderen en nam ook John Prine’s Rocky mountain time op. Hij maakt er een nummer van zichzelf van, want hij excelleert in melancholieke ballads op het kruispunt van folk, singer-songwriter en blues.
Vaak hebben die een statige, gedragen melodie, voorzien van sfeervolle accenten en bepaald door Lutes’ enigszins schorre en emotionele zang. Die verleent zijn songs een grote urgentie, die nog wordt vergroot door de uitgebeende, maar scherpe solopartijen van MacDonald. Lutes’ nummers geven door die combinatie de indruk dat er nog iets ongezegd blijft, hoe goed je ook luistert.
Hier zet hij vanaf de opener maar liefst vijf ballads achter elkaar die boeien van begin tot eind. Daarna komt het uptempo, radiovriendelijke titelnummer als een verrassing, doordat de melodie niets te raden overlaat en het zicht wegneemt op het weemoed van de tekst.
De volgende zeven nummers vormen minder een eenheid, met een instrumentaal eerbetoon aan de Bahamaanse gitarist Joseph Spence, twee ballads en vier onverwacht snelle, geïnspireerde stijloefeningen in ragtime en oude jazz als afsluiting, waarin Lutes minder vrij kan fraseren. Zo lijkt Lutes’ nieuwe enigszins op het debuut van Sussex, dat diezelfde losse structuur kende. Misschien heeft Lutes zelf ook af en toe ruimte nodig om te ademen.
***1/2