Het huis waar de zwarte activiste Rosa Parks een tijd ondergedoken zat wordt misschien alsnog verkocht.
Dat gebeurt nadat het op een veiling niet de gevraagde minimumprijs van een miljoen dollar (856.000 euro) had opgebracht. Nadat die veiling was afgelopen, meldde zich een anonieme geïnteresseerde die tijdens de veiling niet had kunnen inloggen en dus geen bod had kunnen uitbrengen.
Rosa Parks was een zwarte vrouw uit Montgomery, Alabama, die in 1955 tegen wil en dank een symbool werd voor de rechten van de zwarte Amerikanen. In de bus op weg naar huis zat ze op een stoel bestemd voor blanke Amerikanen, maar ze weigerde op te staan toen haar dat werd gezegd. Daartoe was zij verplicht volgens de toen geldende wetten.
Haar daaruit voortvloeiende arrestatie leidde tot massale protesten tegen de toen nog bestaande rassenscheiding en een jaar later werden voor diverse rassen bestemde zitpalatsen in bussen ongrondwettig verklaard.
Parks had geweigerd doorat ze na een dag werken moe was en moeten opstaan onrechtvaardig vond, niet doordat ze een symbool wilde worden. Als gevolg van haar daad moest ze echter wel enige tijd onderduiken.
Dat deed ze in het huisje dat geveild werd. Het was van haar broer in Detroit, bestond uit een begane grond en de eerste verdieping en herbergde in totaal al zeventien mensen.
Toen het zou worden gesloopt, kocht Rosa Parks’ nicht Rhea het voor vijfhonderd dollar. Zij gaf het aan de Amerikaanse kunstenaar Ryan Mendoza, die het plank voor plank opbouwde in zijn tuin in de Berlijnse wijk Wedding.
Daar werd het een toeristische attractie, maar Menoza besloot het te veilen in de VS. Hij wilde er minimale en miljoen voor hebben, maar hoopte stiekem op drie miljoen (ongeveer 2.570.000 euro).
Nu schijnt de verkoop nog te lukken, al zou de afhandeling ervan nog enkele dagen in beslag nemen:
Dat wij afgelopen dinsdag ‘Sister Rosa’ van de Neville Brothers draaiden, was blijkbaar een teken van de voorzienigheid…….