Deze zomer veilt Pink Floyd-gitarist David Gilmour meer dan 120 gitaren bij Christie’s in New York.
In de zondvloed aan gitaren zitten ook enkele van zijn beroemdste gitaren, als je daar althans van kunt spreken.
Het beste voorbeeld daarvan is zijn zwarte Fender Stratocaster, waarvan zo ongeveer iedereen in ieder geval de klank kent van Pink Floyd’s album ‘Dark side of the moon’. Die gitaar bespeelde Gilmour overigens tot en met zijn eigen albums en soloconcerten, een reden waarom de verkoop onze wenkbrauwen deed rijzen.
Dat deed de prijs ook, want die zou tussen de honderdduizend en 150.000 dollar (87.000 en 130.000 euro) liggen, maar de gitaar is de enige waaraan een heel boek is gewijd, dus vooruit dan maar….
http://www.theblackstrat.com/The_Black_Strat-home…html
Christie’s noemt het de veiling van The david Gilmour Guitar Collection ‘de grootste en meest complete collectie gitaren die ooit is geveild’.
Dat kan kloppen, want ook te koop zijn de witte Stratocaster uit de jaren vijftig met het serienummer #0001 die Gilmour bespeelde op ‘Another brick in the wall (Part 2)’, die ook al tussen de honderdduizend en 150.000 dollar (alweer 87.000 en 130.000 euro) moeten opbrengen, een Stratocaster uit 1984 die hij in de jaren tachtig en negentig bespeelde, een Martin D-35 uit 1969 en een Les Paul uit 1955. Die worden respectievelijk geschat op 15.000 tot 25.000 dollar, ( 13.000 tot 22.000 euro), 10.000 tot 20.000 dollar (8700 tot 18.000 euro) en 30.000 tot 50.000 dollar (26.000 tot 44.000 euro).
Overigens zijn er ook gitaren te koop voor fans zonder diepe zakken, want van sommige wordt de opbrengst geschat op driehonderd dollar (260 euro).
Om de belangstelling wat aan te wakkeren zijn de gitaren van 27 maart tot en met 21 maart te zien in de showroom van Christie’s in Londen, dan tussen 7 en 11 mei in Los Angeles en ten slotte tussen 14 en 19 juni in New York.
De veiling vindt dan plaats op 20 juni a.s. en de opbrengst gaat naar goede doelen.
Gilmour schrijft in een persbericht dat zijn gitaren goed voor hem geweest en hem muziek hebben geschonken en zo vele keren hun waarde hebben bewezen, maar dat ze gemaakt zijn om te worden bespeeld.
Hij hoopt dat ze via de verkoop ook de nieuwe eigenaren de gave van muziek zullen geven en dat die hem in staat zal stellen via zijn liefdadigheidsorganisatie goed te doen waar dat nodig is.
Met enig gevoel voor humor voegt hij daaraan toe, dat het hem moeite zal kosten ze verkocht te zien worden en dat hij in de toekomst er misschien een of twee moet opsporen om ze terug te kopen.
Overigens is de verkoop geen vooraankondiging voor zijn pensioen, zo legt hij uit: dat hoeft hij niet aan te kondigen. Dat zal op een bepaald moment een stil, onopgemerkt proces zijn, maar hij is daar naar eigen zeggen nog niet aan toe: