Aards én elegant.
Op Cleary’s vierde speelt interim-drummer Raymond Weber en niet Jeffrey ‘Jellybean’ Alexander, die voorheen de grooves bepaalde. Toch is dat niet het grootste verschil met de titelloze voorganger, want ook met de in New Orleans gelouterde Weber stuwen de Gentlemen Cleary moeiteloos voort, vaak met hulp van een percussionist.
In twaalf nummers versmelt de toetsenist/zanger onverwacht de uiteenlopende invalshoeken van Moonburn, zijn tweede cd, tot een verrassende eenheid met zijn vrijwel live opgenomen, compromisloos swingende derde. Met vaste producer John Porter schuwt hij daarbij de studioapparatuur af en toe niet. Invloed Johnny ‘Guitar’ Watson (Agent 00 Funk) en zelfs hiphopbeats zijn hoorbaar in het meer solo opgenomen Doin Bad Feelin Good. Die effecten blijven echter steeds uitgangspunt voor Cleary’s funk, ook door het vanouds geïnspireerde spelen én zingen van de band.
Daarover stort Cleary zijn zowel hamerende als sierlijke toetsen uit. Vanuit zijn principe dat nummers meer zijn dan grooves alleen schrijft hij als een van de weinigen in New Orleans songs met een duidelijke opbouw en afgeronde teksten. In een mengsel van funk en loom deinende, middernachtelijke ballads overtuigt hij met zijn soulvolle, sensuele stem en zijn soepele timing bovendien opnieuw als zanger.
Ook in twee door Cuba beïnvloede stukken en een doo-wop nummer, gezongen met gitarist Perkins, bassist Williams en Ivan Neville, koppelen Cleary en zijn mannen een grote gretigheid aan speelse beheersing. Het maakt ze tegelijkertijd vernieuwers en schatbewaarders.
****
Gepubliceerd in Heaven no. 31, juli-augustus 2004/no. 4