Muzikaal geweten.
Sinds Freebo zich in 1999 concentreerde op zijn eigen muziek in plaats van op het spelen van bas en tuba bij Bonnie Raitt, Crosby, Stills & Nash, John Mayall of Maria Muldaur verdween hij paradoxaal genoeg langzaam uit het zicht.
Toch schrijft hij vanaf zijn debuut The End Of The Beginning goede persoonlijke songs vol blues, rock en folk. Zijn tweede, Dog People, bezong zijn liefde voor de honden in zijn leven. Nu echter neemt de zanger/gitarist/bassist stelling tegen de oorlog in Irak, het vijandbeeld in de V.S., de hebzucht en het verloren gaan van vrijheid en individualisme. Zelf gelooft hij nog hoorbaar in die idealen, die hij geëngageerd overbrengt.
Hij speelt zijn harmonieuze, vaak met anderen geschreven songs met oude vrienden: gitaristen Mark Goldenberg en CPR’s Jeff Pevar, drummers Peter Bunetta en Jay Bellarose en blazers David Woodford en Lee Thornberg. Sterk vertegenwoordigd zijn folk en rootsy akoestische ballads, inclusief een soms bepalende fretloze bas. Toch rocken hij en zijn gezellen aanstekelijk in Stand Up en is The Beauty of Life klassiek swingende soul. Zo deelt hij in een heldere productie meer uit dan plaagstoten aan die andere patriotten, die wél geloven in het bereiken van vrijheid door die in te dammen.
De subtiele muziek en de uitgesproken teksten vloeien daarbij natuurlijk samen: Freebo preekt niet, maar zingt in een overtuigende combinatie van melancholie en idealisme. Hij slaat die anderen misschien niet knock-out, maar wint deze partij over tien ronden wél afgetekend op punten.
***1/2