rootsy rehabilitatie.

Dat Ilse DeLange parttime in Nashville woont én een rol als jurylid en coach speelde in een talentenjacht in het laatste seizoen van de gelijknamige Amerikaanse tv-serie, heeft haar veel gebracht: de gerenommeerde producer T-Bone Burnett bleek bereid haar negende soloalbum te produceren.

DeLange schreef de tien songs ervoor vooral met haar vertrouwde Amerikaanse schrijfpartners Rob en Matthew Crosby, Jake Etheridge en Bruce Gaitch. Dat resulteerde in negen ballads en een los gespeeld, dreigend up-temponummer. In dat ‘No end in sight’ roepen Burnett en DeLange de sfeer van Emmylou Harris’ songs op ten tijde van de producties van Daniel Lanois, maar in de andere blijft ze dichter bij country, haar eerste liefde.

Dat zijn zonder uitzondering ballads waarin DeLange zingt over liefde, verlangen en verlies. De melancholieke, soms zelfs desolate sfeer wordt onderstreept door de ingehouden, rootsy muziek. Voor dat soms zelfs minimalistische geluid is Burnett verantwoordelijk, die volgens DeLange van alles minder wilde: minder instrumenten én minder akkoorden.

Juist in die relatieve stilte komt haar nog altijd door country beïnvloede, maar emotionele stem goed uit: ze maakte haar goede techniek ondergeschikt aan de gevoelens die ze bezingt.

In drie songs zette Burnett naast bepalende piano en steelgitaar strijkers in, maar dat deed hij met mate, zodat ook dan het geluid klein blijft.

Hoewel DeLange deze songs vreemd genoeg tegelijk schreef met die van haar al te poppy vorige album, maakte deze benaderbare diva er na ‘Living on love’ nooit meer een dat zo terugging op haar bronnen én waarop ze zo overtuigt.

***1/2