twee zielen, een gedachte.
Op ‘7 deadly spins’ en ‘Uneven ground’, de vorige twee albums van de Canadase singer-songwriter Lynne Hanson, waren de country-invloeden van haar vier vroegere albums verdwenen en overheersten rootsy gitaren in vaak evocatieve melodieën die haar onheilspellende teksten doeltreffend onderstreepten.
Dat kwam ook door haar wat hese stem en de flegmatieke manier waarop ze de vele ballads zong, waardoor een boeiende afstand ontstaat tussen inhoud en vorm.
Het is dan ook verrassend dat Hanson in de elf songs van haar zevende album roots en country weer combineert zonder ze te versmelten.
Ook al bepalen haar elektrische gitaren, die van producer Jim Bryson en van meestergitarist Kevin Breit alle songs, in opener ‘True blue moon’, ‘Clean slate’, ‘Such a random thing’ en ‘Hemingway’s songbird’ klinken Nashville’s soepele melodieën door en lijken Hanson’s teksten ook met meer afstand geschreven.
De andere songs zijn niet alleen kaler, ze zijn ook koppiger, zeker door Breit’s dwarse solo’s, die zich slechts met moeite lijken te laten bedwingen.
Dan schetst de muziek rauwer de sfeer van Hanson’s schijnbaar autobiografische teksten: de prijs die je betaalt voor te snel verliefd worden, de zelfgekozen eenzaamheid die daarop volgt, de littekens die denigrerende opmerkingen achterlaten of de herinnering aan de milde verdoving van alcohol.
***1/2