Abrams
ISBN 9781419 739095
Het is een ongewone titel voor een boek, ‘Tom Waits by Matt Mahurin’, maar de kaft maakt al duidelijk dat die die goed gekozen is.
Daarop zie je Waits’ karakteristieke kop: die heeft als nek een boomstam waarin muzieknoten zijn uitgehakt met een bijl met een hartvormig blad, terwijl uit zijn mond een cirkelzaag, een pump, een schedel, een vestzakhorloge én twee dobbelstenen met daarop het alziend oog komen.
Het voor Waits al even kenmerkende hoedje is veranderd in een helse fabriek, opgestookt door een duivel. Die gooit rozen in een oven, terwijl acht schoorstenen zwarte rook uitbraken.
Aan de voet van die fabriek liggen onder meer toetsenborden, een gitaar, een wiel van een auto, het toetsenbord van een typemachine en een gasmasker, terwijl een onbestemde vogel met een hoge hoed in de verte staart.
Dat aan Waits’ boomstamnek een hond is vastgeketend die naar vlinders bijt en dat er takken aan zijn hoofd ontspruiten waarop blaadjes met teksten zijn geprikt is in deze allegorie net zo vanzelfsprekend als de vaag onheilspellende schuur op de achtergrond, de gehavende nok van een circustent die wegdrijft in de lucht aan een tros ballonnen met daaraan een heen en weer slingerende trapezewerker en hoog daarboven de maansikkel met daarop een staande microfoon.
Het is een interpretatie van Matt Mahurin, maar dat is dan ook de man die samen met Tom Waits verantwoordelijk is voor het beeld dat we van hem kennen, al is Anton Corbijn de andere architect ervan.
Mahurin is een fotograaf en illustrator die af en aan al zo’n 35 jaar voor Waits werkt, maar ‘met hem samenwerken’ vindt Mahurin daarvoor een betere term.
Hij fotografeerde als beginnend fotograaf Waits voor het eerst voor diens ‘Anthology’, het album dat Asylum in 1984 uitbracht aan het einde van hun samenwerking, hoewel hij toen nog nooit een song van Waits had gehoord. Daarna deed hij dat ook voor tijdschriften en de albumhoezen van ‘Alice’, ‘Mule variations’ en ‘Bad as me’. Bovendien regisseerde hij de video’s voor ‘Hold on’, ‘What’s he building’ en ‘Hell broke luce’.
Tijdens het reorganiseren van zijn archief vroeg en kreeg hij Waits’ toestemming voor dit boek en hij selecteerde daarvoor zo’n honderd foto’s als uitgangspunt. Ook maakte hij illustraties die geïnspireerd zijn op songs van Waits.
Hij beschouwt het boek dan ook niet als een collectie portretten, maar als het portret van een creatieve samenwerking, zo schrijft hij in zijn voorwoord. Ze waren vanaf de eerste fotosessie immers ook altijd met zijn tweeën: nooit waren er assistenten bij.
Veel foto’s zijn in zwart-wit, maar ook de kleurenfoto’s zijn stemmig en mysterieus met hun sepiatinten. Daardoor en door de onscherpte, de bewerkte achtergronden en de vaak symbolische enscenering roepen Mahurin en Waits een wereld op waarin de laatste een rondreizende aanzegger lijkt van over ons komend onheil dat hij misschien zelf wel heeft veroorzaakt.
Zijn gezicht is vaak net van de camera afgewend en zijn gezichtsuitdrukking is ironisch of gereserveerd, zijn lichaamshouding hoekig en geblokt.
Opvallend ook zijn twee poses die bij de portretfoto’s vaak terugkomen, op die van lang geleden net zo goed als op de recente: de zich houterig haastende, bijna clownesk voortsnellende Waits en de gehurkte, vorsend kijkende.
Mahurin leefde zich niet alleen uit in het bewerken van de afdrukken van zijn negatieven, maar ook in zijn illustraties. Daarin verbeeldde hij individuele songs van Waits, maar soms ook Waits zelf. Hij werkte aan die ongeveer veertig illustraties met Waits’ muziek aan om te zien waar die hem bracht.
In zijn voorwoord schrijft Mahurin: ‘Since I was not creating images for a paying client or a specific purpose, I now had the freedom of the unknown daring me to dive into those neglected negatives and follow the flow of where they wanted to take me.’
In die in verschillende technieken uitgevoerde, sterke beelden komen vaak de uit Waits’ teksten bekende symbolen voor, maar Mahurin laat hem ook iets onbestemds voorttrekken aan een touw, terwijl hij over de zeebodem loopt en hij statig wordt gevolgd door een kruising van onderzeeërs en haaien. Die door hem voortgesleepte last komt vaak terug, net zoals het onvermijdelijke, kenmerkende hoedje en de paraplu.
Daarbij stelt Mahurin het beeld altijd boven de werkelijkheid: op sommige foto’s slaat Waits zijn gitaar dus aan met zijn rechterhand, op andere met zijn linker.
Ook de in een megafoon zingschreeuwende Waits is een constante. Het sterkste beeld is misschien dan ook wel dat koperen deurkloppertje van diens sterk gestileerde kop, het hoedje over de ogen, de mond opengesperd en de megafoon in een reusachtige, gebalde vuist: je weet dat hij onverwacht de stilte zal verbreken, zoals hij dat al decennia doet, maar niet wanneer, noch wat voor tijding hij je dan brengen zal.
Het is dan ook bijna schokkend dat in het boek vier foto’s zijn opgenomen waarop Waits auto rijdt met een ontspannen lach op zijn gezicht, het stuur in zijn ene hand, een blikje frisdrank in zijn andere en het raampje open. Ook op de foto waarop hij achterover hangt in een oude bureaustoel, zelfverzekerd glimlachend naar Mahurin, blijkt het mysterie onverwacht toch mens.
Juist daaruit blijkt hoezeer Waits zelf toch de regie houdt over zijn imago op de officieel van hem gepubliceerde foto’s, al heeft Mahurin bij het creëren en het versterken daarvan een belangrijke rol gespeeld.
‘Tom Waits by Matt Mahurin’ is daarmee een schatkamer van 30,3 centimeter breed en 30,5 hoog. Het heeft daarmee inderdaad het formaat van een lp-hoes, telt 240 bladzijden, weegt meer dan twee kilo, bevat meer dan honderd foto’s en illustraties, een voorwoord van Mahurin én een impressionistische overpeinzing van Waits over hem.
Het kost 55,95 en je koopt het natuurlijk bij een echte boekhandel en niet bij dat blauwe mannetje: ook veel boekhandels hebben een website en leveren vaak al de volgende dag aan huis.
Door de vaste boekenprijs in Nederland kost het trouwens overal precies hetzelfde, dus als je de zelfstandige platenwinkel steunt……
De voorbeelden uit ‘Tom Waits by Matt Mahurin’ op Mahurin’s website laten zowel zijn grimmige als zijn poëtische kant zien en doen vast verlangen naar meer: