Paraply 034
verslavend verlangen.
Van een carrière kun je in het geval van de inmiddels 74-jarige singer-songwriter Greg Copeland nauwelijks spreken: zijn debuut ‘Revenge will come’ kreeg in 1982 zeer goede kritieken, maar kreeg ondanks de rol van schoolvriend Jackson Browne geen steun van zijn label, waarna de ook als advocaat werkzame Copeland 26 jaar in de anonimiteit verdween.
In 2008 verscheen dan het goede, door country beïnvloede album ‘Diana and James’ met gitarist Greg Leisz als producer en Browne als ‘executive producer’ en recent kwam Copeland’s derde album uit.
Daarop zijn Leisz en Val McCallum de bepalende gitaristen en doet multi-instrumentalist Tyler Chester de dienende productie, maar heeft Copeland de touwtjes strak in handen. Anders is het onbegrijpelijk dat hij slechts in vijf van de negen songs te horen is: het openingsnummer zingt Inara George, nog altijd de dochter van de al in 1979 overleden Little Feat-voorman Lowell George, en singer-songwriter Caitlin Candy drie andere. Daarin cijfert Copeland zich weg, want hij bespeelt in drie ervan geen enkel instrument en zingt in het andere alleen de koortjes met Leisz.
Hij schreef wel alle songs, twee met hulp van respectievelijk McCallum en Chester, en bepaalt dus de melancholieke sfeer, die nog wordt versterkt door het ruimtelijke, rootsy geluid, waarin stilte ook een instrument is.
In songs die tot singer-songwriter of rootsrock horen, roept Copeland zo met zijn muzikanten een wereld op vol verstreken tijd waarin ook Diana en James weer opduiken.
Deze intrigerende songs zouden samen met een voor volgend jaar geplande opvolger een tweeluik vormen. Hopelijk haast Copeland zich….
***1/2
https://gregcopeland1.bandcamp.com/releases