Singer-songwriter David Crosby heeft de rechten op zijn composities verkocht, net als bijvoorbeeld Bob Dylan, Stevie Nicks en Lyndsey Buckingham al eerder deden.

Het gaat daarbij om al zijn songs, dus vanaf de nummers die hij voor de Byrds schreef tot en met zijn huidige solowerk.

Daar zitten dus klassiekers bij als ‘Almost cut my hair’ en ‘Déjà vu’.

Crosby verkocht ze aan de Iconoc Artists Group. Die wordt geleid door Irving Azoff, die ooit voor Geffen Roberts Management werkte. Die firma vertegenwoordigde ook David Crosby, zodat de twee elkaar al decennia kennen.

Het bedrag waarvoor Crosby zijn composities heeft verkocht is onbekend, maar wel was bekend dat hij zo ongeveer blut was en zelfs bang uit zijn huis te moeten.

Als een van de oorzaken voerde hij vol zelfspot de prijs van heroïne op, waaraan hij jarenlang verslaafd was. Verder heeft hij een nogal uitgebreide medische geschiedenis, die hij best eens zelf zou hebben moeten kunnen bekostigen. Een verplichte verzekering voor muzikanten bestaat er in de VS niet.

Over een andere oorzaak was hij verbitterd: de ineenstorting van de albumverkopen door muziekstreamers als Spotify en de belachelijk lage vergoedingen die zij uitkeren aan artiesten van wie de muziek wordt gestreamd. Daardoor had hij de inkomsten uit liveoptredens nodig.

In een verklaring schreef hij dan ook: ‘Given our current inability to work live, this deal is a blessing for me and my family and I do believe these are the best people to do it with.’

 

Veel eerdere berichten over David Crosby vind je in de categorieën Nieuws en Rootsmuziek op radio, tv en internet. Een recensie van zijn concert tijdens het Blue Moon-festival in 2019 vind je uiteraard in de categorie Concertrecensies.