Gracieus ouder worden.

Sinds Chinese Works Songs in 2000 toerde Little Feat bijna onafgebroken: door Europa, Australië en vooral door de V.S. Er kwam dan ook geen studio-cd meer uit, maar wél het met 7 nummers uitgebreide en geremixte Waiting For Columbus en de eerste twee releases op hun eigen Hot Tomato Records, waarop de band de live-geschiedenis vastlegde van de eerste viermansbezetting tot nu.

Deze dubbel-cd is de samenvatting van optredens in een club met een capaciteit van 200 toeschouwers. Daarom speelt de Feat de 22 nummers akoestisch, al geldt dat niet voor toetsenist Bill Payne en bassist Kenney Gradney.

Tijdens de twee uur en twintig minuten brengt de band klassiekers van destijds én nummers die dat maar niet worden, al zijn ze het in potentie wel. De groep laat horen dat het in ere houden van de Lowell George-jaren enerzijds én hun eigen weg volgen, eerder een naadloze ontwikkeling oplevert dan de spagaat die velen erin zien.

Sinds de hergroepering in 1988 heeft de band afdoende bewezen zonder hem verder te kunnen, al houden ze hem in ere. Dat doen ze hier opnieuw, maar ook de 11 nummers van na de reünie swingen en funken, van de het statige, gelaagde Calling The Children Home en het uitbundige Cajun Girl tot het rockende Let It Roll. Het gedreven speelplezier en de lust tot improviseren bewijzen dat Little Feat nog altijd met de besten meekan.

***

Geplaatst in Heaven no. 23, maart-april 2003/no. 2