SongSense 2022

lichtpunt.

Op zijn 22e (?) album zette singer-songwriter Ad Vanderveen tien songs. Dat verschijnt iets langer dan een halfjaar na ‘Release’, terwijl hij ook in 2020 en eerder jaarlijks steeds minstens een album uitbracht. Het tekent de gedrevenheid van deze Canadese Nederlander, die naar eigen zeggen heeft geleerd zijn inspiratie te vertrouwen en te volgen.

Dat is terecht, want de kwaliteit van zijn nieuwe composities is hoog als altijd. Ze zijn geworteld in de traditie van Bob Dylan en Neil Young, mannen die hij eert in het titelnummer. Hij stelt zich daarin niet op hun hoogte, maar bij hem brandt wel hetzelfde vuur als bij hen.

Deze songs zijn dan ook een combinatie van folk en country met soepele en afgeronde melodieën, waardoor ze direct aanspreken. Dylan’s

‘Lay, Lady, Lay’ komt bijvoorbeeld in gedachten bij Vanderveens ‘Window in the Rain’, terwijl andere songs in het verlengde liggen van Young’s countryuitstapjes op ‘Harvest’ en ‘Comes a Time’.

Dat komt door zijn op Young’s lijkende falset, maar ook door zijn voorkeur voor ballads én de sfeervolle combinatie van Kersten de Ligny’s achtergrondzang, Neil James Morrison’s viool en viola, ex-Personnel’s Jan Erik Hoeves pedal steel en zijn eigen mondharmonica.

Het maakt zijn songs weemoedig, maar Vanderveen zorgt in veel songs voor een effectief contrast door een bepalende scheut elektrische gitaar: hij soleert meanderend maar venijnig achter zijn eigen zang en zorgt zo samen met gruizig spelende toetsenist Simon Moore voor venijnige extra lagen.

Behalve weemoed stralen Vanderveens teksten steeds het compromisloze geloof in leven en liefde uit. Zo is hij niet alleen een voorbeeld voor andere muzikanten, hij steekt zijn helden ook naar de kroon.

****

Eerdere berichten over Ad Vanderveen vind je in de categorieën Concerttips en Rootsmuziek op radio, tv en het internet.

Een recensie van zijn ‘Days of the Greats’ vind je in de categorie Recensies roots.