duffhues.com
voorgeborgte.
Op zijn negende reguliere album zette de Nederlandse singer-songwriter Duffhues tien songs die thematisch samenhangen. Ze hebben zowel muzikaal als tekstueel sterke verbanden met de acht albums die hij opnam sinds zijn solodebuut ‘Pianesi’s Rome’ (2001), want hij verkent opnieuw de donkere kant van de menselijke geest door de ogen van moordenaars, verslaafden, een door moorden geobsedeerde rechercheur, aan drank of drugs verslaafden, waanzinnigen en mensen die hun ziel aan de duivel verkochten.
Die bestaat in Dufhuess teksten wel degelijk, want het universum dat hij oproept is claustrofobisch:
het biedt slechts verschillende vormen van obsessie, schuld, boete en verdoemenis, maar geen enkele kans op verlossing of vergeving.
In het geluidsbeeld staat naast zijn elektrische gitaar zijn intense zang centraal, want Duffhues beschouwt niet, maar kruipt in teksten én muziek in de huid en het hoofd van zijn hoofdpersonen. Misschien dat daardoor zijn zang even rauw als emotioneel klinkt, want zijn stem klinkt gebutst en gehavend.
Duffhues weet echter precies welke sfeer hij wil oproepen: hij dubde zorgvuldig door hemzelf gezongen achtergrondkoortjes en gitaarpartijen in om de beklemmende sfeer te benadrukken. Daardoor creëerde hij een gelaagd geluid, hoewel hij het album in mono opnam voor een directer geluid én een verwijzing naar vroeger tijden.
Bovendien nam hij zijn songs solo op in een bunker, op die manier afgesloten van de buitenwereld. Het symboliseert de zeldzaam intense manier waarop Duffhues zich opnieuw inleeft in de benauwende wereld waarover hij zingt.
****