thebutterflyandthewhale.com
davidvanderheijden.nl
twee zielen, een gedachte.
Als The Butterfly and the Whale zette David van der Heijden acht songs op zijn debuut uit 2020. Dat hij daarvoor een andere naam koos, is niet vreemd, want ze vormen het ‘vrije werk’ van een man die al meer dan twintig jaar muziek componeert voor speelfilms, tv-series, documentaires en commercials en in 2000 debuteerde met de muziek voor ‘Wilde mossels’.
Zijn naamloze debuut opent met het verstilde ‘Dancing in the Woods’, een folky song die wordt gedomineerd door twee tokkelende akoestische gitaren en Van der Heijdens dromerige zang. Hij bespeelde ook bas en toetsen, want The Butterfly and the Whale is in essentie een soloproject in de letterlijke zin.
Ook de meeste songs daarna ademen die introspectieve sfeer, of Vander Heijden nu zingt over de liefde voor een kind of voor een vrouw, een evocatieve gitaarsolo speelt in het instrumentale ‘Welcome’ of muzikaal wat stevige aanzet in ‘Somewhere Inside’ met drums en een bluesy mondharmonicasolo van Jan Enklaar:
zijn songs zijn muzikaal tegelijk minimalistisch als gelaagd, want hij schrijft melodieën die natuurlijk vloeien én blijven hangen.
Dat geldt ook voor de zes songs op de een jaar later verschenen opvolger ervan, al wekt de opener een andere verwachting doordat Van der Heijden zijn dochter Eva Rosa vroeg te zingen. Zij zingt weliswaar soulvol over de raadselachtige ‘Dear John’, maar ook door het gebruik van drums en een achter de zang solerende gitaar en idem orgel lijkt het krachtiger geluid eerder dat van een andere groep te zijn dan dat van zijn debuut.
Ook in sommige andere songs verbreedt Van der Heijden zijn palet met een viool en een steelgitaar, zoals in ‘Letters to Mary’. Dat roept qua melodie herinneringen op aan het door Neil Young-protegé Danny Whitten geschreven, met Crazy Horse opgenomen ‘I Don’t Want to Talk about It’, later door Rod Steward gladgestreken tot hit. Een het ritme hamerende piano en blazers bepalen dan weer onverwacht ’Cactus Tree’, maar voegen daar zowel sfeer als qua diepte veel aan toe. Toch blijven daarin net als in de andere songs de invloeden uit singer-songwriter en folk duidelijk.
Het instrumentale ‘In The Barn’ sluit ‘Let Het Fly, Let Her Dream’ in stijl af met zijn inluidende en afsluitende krassende groeven, Van der Heijdens tokkelende én zachtjes jankende gitaren en een solerende fiddle. Zo bewijst parttime folky singer-songwriter Van der Heijden dat je ook met weinig volume veel indruk kunt maken.
The Butterfly and the Whale ****
‘Let Her Fly, Let Her Dream’ ***1/2