Misschien kwam het overlijden van Henny Vrienten vandaag niet onverwacht, maar de bekendmaking kwam toch aan, wellicht doordat de op 72-jarige leeftijd gestorven Vrienten tijdens de tweede helft van zijn lange muziekcarrière ook vaak lang buiten de publiciteit bleef, terwijl hij het ene na het andere project aannam en afleverde:
De man die in Doe Maar net als Jan Pijnenburg, Jan Hendriks en Ernst Janz in een mum van tijd uitgroeide tot sekssymbool schreef vanaf de eerste hit van die groep slimme songs, die muzikaal en tekstueel ingenieus in elkaar staken.
‘Sinds een dag of twee’ bevatte de paradox al waaraan Doe Maar ten onder zou gaan: ‘ ’t Is wel een beetje raar, 32 jaar / Trillend op m’n benen, als ze is verdwenen.’
Vrienten bezong misschien zijn eigen verliefdheid, maar hij noch de anderen hadden er rekening mee gehouden dat vervolgens zo ongeveer alle meisjes van vijftien en zestien van toen verliefd op hen zouden worden met alle hysterische concerttaferelen van dien die we alleen van de Beatles kenden…
Die bekendheid bezorgde de groep een slechte naam bij ‘serieuze’ popliefhebbers, die neerkeken op de populariteit van de groep, maar die vergaten dat Doe Maar grossierde in aanstekelijk gespeelde en inventief berijmde nummers van Vrienten én van Ernst Jansz, waardoor het Nederlands ook een taal werd om popmuziek in te maken. Daarvoor was het toch vooral voorbehouden aan de werelden van cabaret en chanson om in het Nederlands te zingen..
Het ook door Doe Maar niet voorziene succes was voor Vrienten eigenlijk al een tweede carrière, nadat hij in de jaren zeventig al geflopte soloplaten had gemaakt als Paul Santos en Ruby Carmichael.
Vrienten en de anderen werden door het succes overspoeld, juist doordat het helemaal niet meer om hun nummers ging: op concertbeelden uit die dagen is zijn wanhoop om de gekte voor het podium vaak duidelijk van zijn gezicht af te lezen.
Na het imploderen van Doe Maar trok hij zich dan terug uit de popwereld om als een ambachtsman muziek voor tv-programma’s documentaires en films te componeren, Daaronder zijn Jeroen Krabbés ‘Left Luggage’ en ‘De ontdekking van de hemel’.
Bij Sesamstraat en Het Klokhuis vulde hij als opvolger van de overleden huiscomponist Harry Bannink diens grote schoenen alsof die op maat voor hem waren gemaakt:
zijn liedjes lijken muzikaal en tekstueel vanzelfsprekend, maar zijn vernuftig én vaak ontroerend tegelijk.
Ondertussen maakte hij ook af en en toe een soloplaat: vrijwel onmiddellijk na het uiteenvallen van Doe Maar in 1984 ‘Geen ballade’ en 1991 ‘Mijn hart slaapt nooit’.
Vrienten was ook een verwoed lezer, die daarin net zo nieuwsgierig is als in de muziek, en openbaart zich vanaf ongeveer 1998 ook als poëzieliefhebber.
Vanaf 2000 vindt een aantal keren een reünietournee van Doe Maar plaats, die de vier behalve geld ook een vorm van erkenning oplevert: de fans lijken nu eerder te komen voor de muziek end e teksten dan voor de leden van de groep.
In 2014 komt dan vrij onverwacht zijn derde soloplaat uit: ‘En toch’. Daarop wordt hij begeleid door de band My Baby en zijn zoon Xander op bas.
Daarna verschijnen nog twee soloalbums: ‘Alles is anders’ en ‘Tussen de regels’, terwijl hij ook nof twee albums maakt met ‘Vreemde kostgangers’, het trio dat hij vormde met George Kooymans en Boudewijn de Groot.
Zijn drie laatste soloplaten beschouwde hij als zijn autobiografie, want van een boek over zichzelf of over Doe Maar wilde hij niets weten.
Vrienten sprak toen hij nog gezond was afstandelijk over doodgaan. In 2019 zei hij in een vraaggesprek met ‘Het Parool’ : ‘Ik ben wel 71, hè. Ik kijk bij mijn buitenhuis in Twente veel naar de natuur en zie dat alles een cyclus heeft: het gaat maar één kant op. Ik zie ook de overlijdensadvertenties in de kranten; er zijn heel wat mannen die als zeventiger overlijden. De dood is een groot taboe, ik weet het, maar ik sta er nuchter in. Ik ben er ook niet bang voor. Een plotselinge dood zou voor de mensen om me heen vervelend zijn, maar voor mijzelf oké.’
Die plotselinge dood was hem niet gegund: op 22 september was er opeens het bericht dat de (zoveelste) afscheidstournee van Doe Maar was afgelast wegens ziekte van Vrienten.
Waaraan hij leed, werd toen niet bekend gemaakt en nu ook niet, want Vrienten had er na zijn tijd als sexy bassist van Doe Maar definitief zijn bekomst van bekend zijn om iets anders dan zijn muziek.