Bruce Springsteen heeft zich in een uitgebreid interview in Rolling Stone verdedigd tegen de kritiek op het prijsbeleid voor de kaartjes voor zijn komende tournee met de E Street Band.
In een lang gesprek over zijn nieuwe soloalbum ‘Only The Strong Survive’ komt ook het relletje ter sprake dat ontstond toen Ticketmaster ‘dynamische prijzen’ hanteerde voor die concerten.
In het kort komt het erop neer, dat de prijzen van de kaartjes direct na het in de verkoop komen worden aangepast aan de vraag, inclusief die van opkopers.
Dat kan leiden tot scherpe prijsstijgingen en dat bewezen de Springsteen-kaartjes wel: sommige kostten al gauw zo’n vijfduizend dollar per stuk.
Wel moet opgemerkt worden, dat het maar gaat om een klein percentage van het totale aantal kaarten.
Spingsteen voert aan,
dat hij altijd net iets minder heeft gevraagd voor zijn concertkaartjes dan ‘zijns gelijken’, wie dat verder ook precies mogen zijn.
Dat was leuk voor de fans, maar inmiddels is hij 73 en ook zijn bandleden zijn de jongsten niet meer, dus gaf hij opdracht de prijzen af te stellen op wat gewoon is in de muziekbusiness.
Daarbij tekent Springsteen aan, dat er sowieso kaartjes worden verkocht voor extreem hoge prijzen, maar dat de opbrengst dan niet bij hem of zijn bandleden terecht komt.
Daardoor vroeg hij zich af, of het dan niet logisch was als dat geld wél zou toevallen aan degenen die drie uur per avond staan te zweten op het podium.
Ook zegt hij, dat voor concerten in de open lucht andere criteria gelden, suggererend dat die kaartjes vriendelijker geprijsd zullen zijn.
Misschien ten overvloede voegde hij er nog aan toe, dat hij weet dat het een impopulaire manier van prijzen is, maar dat degenen die het concert klachten hebben hun geld terug kunnen krijgen…
Eerdere berichten over Bruce Springsteen vind je in de categorie Nieuws.