Het debuutalbum van Queen uit 1973 was destijds naamloos, of heette simpelweg ‘ Queen’.

Op 25 oktober kwam dat opnieuw uit, maar onder een iets andere naam. De uitgebreide versie heet nu ‘ Queen I’, doordat gitarist Brian May zijn gitaargeluid grondig heeft herzien, net als  het geluid van de andere instrumenten.

Van geschiedvervalsing is geen sprake, want hij heeft zijn partijen niet opnieuw ingespeeld, maar voor het uitkomen waren hij, bassist John Deacon en zanger Freddie Mercury al ongelukkig met het geluid.

Dat was ze veel te droog, maar May beschrijft dat ze nog niet in de positie waren daaraan iets te doen, bang als ze waren dat dat niet zou worden geaccepteerd door hun management.

Ook hun gerenommeerde producer Roy Thomas Baker zat klem tussen de wensen van de groep en dat management, al deed hij het volgens Amy gezien die omstandigheden uitstekend.

Nu was May vanzelfsprekend wel in de positie het geluid van toen te optimaliseren en dat deed hij dan ook naar zijn eigen tevredenheid:

hij streefde een livegeluid na waarbij je er als luisteraar midden in zit.

Vanzelfsprekend is het album ook geremasterd en staan er vijf demo’s op, twaalf vroege takes van de uiteindelijke nummers, en zeldzame liveopnamen van vier sessies bij de BBC en van hun allereerste optreden in augustus 1970.

De box bestaat uit zes cd’s en een lp en bevat in totaal 63 nummers, waarvan 43 opnieuw zijn gemixt.

Ook is een nummer op het album gezet, dat er destijds voor het uitkomen vanaf werd gehaald vanwege een meningsverschillen tussen de groep en een net nader genoemd persoon die blijkbaar ook een stem in het kapittel had: ‘Mad the swine’ is nu het vierde nummer op het album, zoals het destijds ook was bedoeld.

Ook bevat de box een boek van 108 pagina’s met daarin foto’s van met de hand geschreven teksten en andere memorabilia.

Ook ‘ Queen II’ verdient die behandeling zo zegt hij. Vanaf ‘ Sheer Heart Attack’  hadden ze het wel in de vingers.

Eerdere berichten over Queen en over Brian May vind je in de categorie nieuws.