Een medewerkster van de New York Public Library kwam op het artistieke idee Keith Richards van moord te beschuldigen. Hoewel in boeken al veel verschillende soorten slachtoffers van moord te vinden zijn, kwam zij met een nieuwtje: haar orchidee was het slachtoffer.
Richards mocht haar kantoor gebruiken na een lezing die hij daar hield. Blijkbaar rookte hij daar een sigaret, iets wat ook in New York niet mag, ook al blies hij de rook uit het open raam naar buiten.
Bovendien leverde dat tocht op én gebruikte hij de pot van de plant als asbak.
Richards maakte de sigaret uit door een kruis op de plantenpot te maken met de peuk en zette ook nog een korte boodschap op die pto: Thanks, Keith Richards, 2010. Vier dagen later was de plant dood.
Misschien denkt de dame in kwestie desondanks dat dit geval van ‘circumstantial evidence’ voor de rechter geen stand zal houden, maar misschien hoopt zij op de verkoop van de filmrechten van dit spannende gegeven, of eeuwige roem wellicht.
Zij doet namelijk geen aangifte tegen deze gewetenloze moordenaar, maar wil vast wel even bekend zijn.
Daarom dus: haar naam is Marie d’Origny en zij is onderdirecteur van het Cullman Center for Scholars and Writers, dat ressorteert onder de New York Public Library.