Eric Clapton speelde al een nummer van JJ Cale op zijn eerste soloplaat in 1970. Diens After Midnight maakte hij een wereldhit en daarvan profiteerde Cale niet alleen als songschrijver. De van publiciteit rond zijn persoon afkerige zanger/gitarist werd daardoor natuurlijk iets bekender dan hij op eigen kracht was geworden.
Op Slowhand, zijn vijfde studioplaat uit 1977, coverde Clapton bovendien nog Cale’s Cocaine. In interviews heeft hij zich altijd zeer lovend over zijn voorbeeld Cale uitgelaten en de twee zijn in ieder geval muzikale vrienden.
In 2006 leidde dat tot The Road To Encondido, bedoeld als een door Cale geproduceerde solo-cd van Clapton. In de praktijk is het een echte JJ Cale-plaat geworden met een gastrol voor Clapton, hoewel voorop staat: JJ Cale & Eic Clapton.
Die ongelijke rolverdeling zorgde echter niet voor een verwijdering, want op Roll On speelde Clapton weer gitaar, zij het alleen in het titelnummer, terwijl JJ Cale op zijn beurt te horen is in diverse nummers op Clapton’s recente, gelijknamige solo-cd. Daarop staan trouwens enkele onvervalste klassiekers uit Cale’s begintijd: River Runs Deep en Everything Will Be Alright.
Omdat JJ Cale door de decennia heen een van Kippenvels helden is én die nieuwe cd van Clapton eindelijk eens een goede plaat van begin tot eind, zijn dat mooie redenen om De Rode Draad aan hen op te hangen.