Aan het begin van het nieuwe jaar is terugkijken onvermijdelijk en niet alleen doordat ex-Boney M-danser Bobby Farrell uiteindelijk opeens toch een rock ‘n’roll-dood stierf na een optreden in Petersburg of doordat Agneta Fältskog een reünie van Abba niet langer uitsluit. Dat zou naar verluidt kunnen gebeuren ter gelegenheid van het huwelijk van de Engelse prins William en Kate Middleton, hoewel Fältskog in een interview heeft gezegd dat de aanleiding voor die reünie bijvoorbeeld een optreden voor een goed doel zou kunnen zijn. Die twee met elkaar rijmen is dan ook weer erg rock ‘n’ roll.
Het belangrijkste thema in de pers is overigens begrijpelijkerwijs de crisis in popland, of beter gezegd: de crisis in de cd-verkoop. Die houdt jammer genoeg alle gemoederen bezig, al is zij ernstig genoeg. Nog erger is het dat de oorzaak wel bekend is, maar de eventuele oplossing(en) helaas niet.
In een tijd waarin de betekenis van veel traditionele uitdrukkingen en gezegdes als ‘mijn en dijn’ al totaal verloren is gegaan behalve bij de zeer bejaarden, is het eigenlijk niet eens verwonderlijk dat ook zoiets abstracts als het intellectueel eigendomsrecht aan erosie onderhevig is. Dat wil n dit geval in concreto zeggen dat veel mensen vinden, dat alles van hen is, ook wat níet van hen is.
Dat geldt in het bijzonder voor software, games, films en muziek, die de achtergrond vormen van het dagelijks leven. Geluk wordt daarbij door velen gelijkgesteld aan steeds nieuwe impulsen, waarnaar dus een voortdurende jacht is ontstaan.
De algemene teneur van de laatste jaren lijkt sowieso te zijn dat bijna alle internetgebruikers vinden dat ze overal recht op hebben, ook en juíst ten koste van anderen. Misschien gestimuleerd door het internet op zich, waarop natuurlijk veel vermaak en informatie gratis te krijgen zijn, vinden zij dat software, games, films en muziek dús ook gratis zijn.
Een andere reden is de bij grote groepen aanwezige kennis om bestanden te kopiëren en te up- en/of downloaden, iets wat ook pas mogelijk werd door de massaal populair geworden pc’s en laptops. Hoewel de tijd voorbij is dat elke computerbezitter software ging schrijven voor zijn eigen apparaat, is een rudimentaire technische kennis bij velen inmiddels wél aanwezig. Dat dat kennis is die het eigen voordeel dient, mag daarbij niet verbazen.
Zo lijkt de technische vooruitgang in het algemeen en het internet in het bijzonder zelf de veroorzakers van deze crisis, die dat medium vervolgens gebruikt als voertuig, al spartelen platenmaatschappijen en overheden voorlopig even heftig als onmachtig tegen.
De Nederlandse overheid speelt daarbij overigens ondanks protesten van zowel platenmaatschappijen als artiesten een dubieuze rol door het uploaden van bestanden strafbaar te stellen, maar het downloaden voor eigen gebruik niet. De vergelijking met de legendarische Robin Hood dringt zich op: als hij steelt van de rijken is hij strafbaar, maar als hij uitdeelt kun je het de armen niet verwijten dat ze zijn geschenken accepteren.
Verder gaat deze vergelijking overigens mank: veel popacts toeren tegenwoordig om iets te verdienen, omdat ze aan de steeds verder teruglopende cd-verkoop niet veel of zelfs niets overhouden na de terugbetaling van de budgetten aan hun platenmaatschappij. Daarom ook is de prijs van een concertkaartje de laatste jaren zo explosief gestegen en worden individuele concerten of hele tournees van buitenlandse acts geannuleerd bij een tegenvallende voorverkoop: weliswaar levert dat geen inkomsten op, maar ook niet de hoge vaste kosten die concerten met zich meebrengen.
Het veelgehoorde idee dat artiesten toch wel genoeg verdienen en geen schade leiden door die ene download, klopt dan ook niet. Kleinere artiesten moeten al blij zijn als de cd-verkoop kostendekkend is en Nederlandse rootsacts leggen zelfs vaak toe op het uitbrengen van een cd.
Op Nederlandse muziekconsumenten is de kwalificatie ‘arm’ ook niet van toepassing, want al is er wel degelijk sprake van een doorlopende eurocrisis, de bestedingen aan cadeaus en eten en drinken in de maand december overtroffen weer alle schattingen.
De andere vraag is of ook de popmuziek zelf in crisis verkeert en dus dit gedrag over zich afroept. Immers: als de geboden kwaliteit onvoldoende is, is het begrijpelijk dat mensen er geen geld aan willen uitgeven, maar het behandelen als een wegwerpartikel.
In 2010 bleek het aantal uitgekomen pop cd’s net als in voorgaande jaren immens in aantal en verscheidenheid en was de kwaliteit ervan vaak uitstekend, al is dat iets anders dan mooi. Het eerste, maar ook het tweede is immers nog wel objectief vast te stellen. Wie daaraan twijfelt, moet misschien alsnog maar eens naar een van de vele talentenjachten op t.v. kijken. Toonzuiverheid, ritmegevoel, uitspraak en dergelijke zijn ook voor een leek gauw genoeg vast te stellen via de omkering: als zo’n kwaliteit ontbreekt, valt het pijnlijk op.
‘Mooi’ is echter een wel heel persoonlijke kwalificatie. Toch is het bij zo’n groot en divers aanbod statistisch bijna onmogelijk dat er niet voor iedere popliefhebber prachtig werk tussen zit.
Dat veel minder consumenten dan vroeger die mooie cd’s ook inderdaad zelf kopen, bewijst daarom helaas vooral één ding: dat de emotionele betekenis van popmuziek veel minder voorstelt dan voor de komst van internet. Wie muziek écht en bewúst mooi vindt, zal immers al snel de originele cd willen hebben. Wie muziek echter beschouwt als een steeds wisselend behangetje bij de dagelijkse bezigheden, zal genoegen nemen zijn met een ook kwalitatief inferieure kopie. Die is immers goed genoeg voor zolang de bevlieging duurt en daarna wordt er toch nooit meer naar (om)gekeken of geluisterd.
Om mensen ervan te overtuigen het echte product te kopen in plaats van een kopie te stelen, vinden meer en meer platenmaatschappijen de weg naar extra’s bij een cd: de steeds vaker mooie verpakking, hoe minuscuul tegenwoordig ook, de teksten en eventuele extra’s als clips, een dvd met live-beelden, de mogelijkheid om extra nummers legaal te downloaden met een inlogcode op de officiële site, enz.
Al lijken Nederlandstalige acts daarin ook internationaal voorop te lopen, in ieder geval qua aantal, nog lang niet alle popacts maken van die mogelijkheid gebruik.
Uiteraard is elk middel toegestaan om mensen ertoe te bewegen een cd te kopen in plaats van te downloaden, maar tegelijk bewijst het helaas ook dat mooie muziek op zich voor velen niet voldoende reden meer is om er geld aan uit te geven.
Dat is een treurige constatering, maar Kippenvel is idealistisch, of ouderwets natuurlijk, en gaat ook in 2011 door met het bewijzen van het tegendeel door het draaien van cd’s die je eigenlijk zou moeten kopen, of allang gekocht had moeten hebben natuurlijk.