Bestemming.
Anna Coogan’s ontwikkeling tot folky singer-songwriter was lang en kronkelig: de Amerikaanse brak een operastudie in Salzburg af waar ze tijdens recitals tot ieders verbijstering ook nummers uit musicals zong en soms lessen miste omdat ze ging skiën, studeerde daarna biologie en ging pas (weer) zingen nadat ze Alison Krauss had gehoord. Twee cd’s met haar groep north19 scoorden aardig, maar die band viel uiteen in 2007.
De elf songs voor haar eerste eigen schreef Coogan vooral tijdens slapeloze nachten, bezocht door twijfel en wanhoop. Zelfs in die ene up-tempo rocker met vrolijk ooh-la-la-refrein zingt ze hoe ze weer liever naar bed zou gaan om over een ander leven te dromen.
In haar andere songs mengt ze understatement met gevoel, zichzelf zo binnenstebuiten kerend. In impressionistische teksten bezingt ze hoe haar relatie eindigde en hoe uitgeput ze zich daarna voelt. Opvallend daarbij zijn de invloed van het geloof en het noodlot. Doordat haar woorden om deze thema’s heen cirkelen, maken ze des te meer indruk. Door regelmatig van perspectief te wisselen lijkt ze soms zichzelf vergeefs moed in te spreken.
Uit de zorgvuldig gerangschikte songs spreekt een grote verlatenheid, nog versterkt doordat Coogan regelmatig moeiteloos overschakelt van een omfloerst laag naar een emotioneel hoog geluid
Met sfeervolle muzikanten als drummer Eric Hastings, echtgenoot/toetsenist Brooks Miner en gitarist/producer JD Foster (Patti Griffin, Calexico) creëert ze zo een indrukwekkend thematisch solodebuut.
***1/2
Gepubliceerd op www.popmagazineheaven.nl bij Heaven no. 69, novemBer-december 2010/no. 6