Er staat achter de horizon vermoedelijk een pot met goudstukken te wachten op de wat oudere popmuzikant. De misschien onverwachte gids naar die schat is rapper Eminem, een man die hiermee zijn reputatie onbedoeld logenstraft.
Zijn producers klaagden vier jaar geleden zijnlabel al aan, Universal Music Group. Zij stelden dat online verkopen van popsongs onrechte worden gedefinieerd als verkopen terwijl het in feite alleen gaat om een licentie.
Dat is niet alleen een kwestie van casuïstiek, maar ook van de balans: Eminem bijvoorbeeld twaalf procent aan royalty’s bij de verkoop van een nummer,vijftig procent bij de verkoop van een licentie.
Rechters in de Amerika moest oordelen over de vraag of deze redenatie klopte. Dat was een zaak in hoger beroep. Ongetwijfeld was dat aangetekend door Universal, want eerder had een andere rechtbank deze gedachtegang erkend. De motivatie voor die stelling is een digitale verkoop een licentie is, omdat platenlabels geen kosten maken bij een digitale verkoop zoals dat wel het geval is bij het fabriceren en transporteren van cd’s naar verkooppunten.
Muzikanten die voor 2000 al een contract hebben afgesloten over royalty’s, krijgen als gevolg van deze uitspraak mogelijk alsnog veel geld uitgekeerd van hun platenmaatschappijen.
Artiesten die na die datum contracten afsloten, hebben over het algemeen al voorwaarden staan over digitale verkopen.
De reden dat Eminem het breekijzer is voor veel muzikanten die hun pensioen zo aanmerkelijk verhoogd zien worden, is dat hij al in 1995 een contract afsloot en daardoor bij een aantal losse nummers en een aantal cd’s de royalty’s ook op de verkeerde manier zijn gekwalificeerd en dus zijn uitbetaald.
Eminem’s producers zeggen dat het tot nu toe gaat om een verschil van drie miljoen dollar. Kippenvel vraagt zich tot slot dan wel weer af, hoeveel daarvan in hun eigen zakken verdwijnt.