John Hiatt hoort inmiddels al weer weel lang tot de gevestigde namen in de pop.
Ooit begonnen als het muzikale Amerikaanse broertje van Elvis Costello vestigde hij zijn naam met Bring The Family, waarop Ry Cooder, Jim Keltner en Nick Lowe hem begeleidden. Dat was niet de enige factor voor het succes van die plaat, ook de zeer autobiografische teksten vol wanhoop, spijt en belofte maakten indruk.
Toch is zijn naam in Europa misschien nog altijd wel groter dan in zijn vaderland Amerika, want Hiatt brak nooit echt door en hij hield een cultstatus.
Een aantal van zijn songs werd hits werden in de versies van anderen (de close-harmony-uitvoering van Washable Ink op het debuut van the Neville Brothers, het titelnummer van zijn eigen Riding With the King door Eric Clapton en B.B. King samen, Have a Little Faith in Me door uitgerekend Jewel en Thing Called Love door zijn muzikale geestverwante Bonnie Raitt), maar hij maakte door de jaren heen ook op zijn minst kwalitatief zeer wisselende platen.
Dat tekent ook hoe we bij Kippenvel tegen hem aankijken: hij brengt net zo makkelijk een prachtplaat als Crossing Muddy Waters uit als het van makkelijke muzikale rockclichés bolstaande The Tiki Bar Is Open.
Die laatste plaat kwam uit op 11 september 2011 en Hiatt was op die dag in New York om hem te promoten.
Twee dagen later schreef hij er When New York Had Her Heart Broke over. Dat speelde hij wel tijdens een concert in het stadhuis van New York later in september 2001, maar hij zette het nooit op de plaat.
Dat is het slotnummer op Hiatt’s Dirty Jeans and Mudslide Hymnns, Hiatt’s nieuwe.
Over het eindelijk toch opnemen dat nummer, het gebruik van zijn Feels Like Rain in de tv-serie Treme, zijn manier van samenwerken met zijn labels van de laatste tien jaar en Dirty Jeans and Mudslide Hymnns werd Hiatt geïnterviewd.
Als gemankeerde Hiatt-fans kennen wij die nog niet, maar we worden toch weer benieuwd:
www.billboard.com/#/news/john-hiatt-finally-records-his-10-year-old-1005300102.story