Haagse americana.

John Dear Mowing Club’s Melle de Boer en Hallo Venray’s Henk Koorn zijn inmiddels beiden veteranen van de Nederlandse muziekscene.

De twee Hagenaars sloten zich afgelopen winter een week lang op in boerderij Roodnoot ergens in Utrecht om samen muziek te maken. Door de extreme kou in die periode schreven zij sommige songs wel daar, maar andere in de lokale vestiging van McDonalds.

Hoewel de hoes aangeeft dat de twaalf nummers ook door Koorn en De Boer gezamenlijk zijn geschreven, zijn er duidelijke verschillen in sfeer. Dat komt doordat de componist van dienst ook de leadzang doet en de ander dienend meespeelt en -zingt.

De Boer blijft in zijn songs trouw aan zijn zelfgekozen idioom van de slepende, onheilszwangere ballad met banjo of orgel als uitgangspunt of de wat maniakaal voort stuiterende rocker, zoals die ook te horen zijn op de cd’s van zijn Mowing Club en voorganger Smutfish.

Wie die platen kent, spitst verbaasd de oren bij de zowel meer poppy als meer upbeat gitaarsongs van Koorn, die overigens tekstueel niet altijd optimistischer zijn. Naast een aantal wat pittiger nummers, inclusief een muzikale verwijzing naar het klassieke Needles and Pins, leidt dat naast in het op Chuck Berry’s Memphis Tennessee geënte Approval zelfs tot even rudimentaire als authentieke rock ‘n’ roll. Ondanks de stilistische verschillen vallen alle nummers overigens nog altijd binnen de americana, waar de twee elkaar vonden.

Het kostte Henk noch Melle daarbij moeite zijn karakter te bewaren, zodat deze cd tegelijk heel wat eigenzinniger is dan veel Amerikaanse als Europeser.

***1/2

www.mowingclub.com