Het wordt inmiddels aardig druk bij de Amerikaanse rechtbanken: na de erven van Bruce Gary, drummer van The Knack, en zanger en co-componist Victor Willis van de Village People wil ook Peter Frampton dat zijn platenlabel hem zijn via digitale verkopen opgebouwde rechten uitbetaalt. Ook Frampton baseert zich op een Amerikaanse wet die bepaalt dat artiesten hun rechten op geschreven materiaal kunnen teugeisen na 35 jaar na publicatie.
Opnieuw draait het om de ons inziens kunstmatige tegenstelling die door platenlabels is gecreƫerd: de componisten van popsongs waren slechts ingehuurd voor een te leveren product en hoefden dus slechts eenmalig betaald te worden. De componisten echter stellen begrijpelijkerwijs dat de compositie eigendom blijft van de schrijver en dat voor het draaien of downloaden dus elke keer dezelfde vergoeding moet staan.
De platenmaatschappijen echter zeggen dat de contracten die werden afgesloten voorafgaande aan het digitale tijdperk alleen gaan over platenverkoop en dat digitale verkoop daar dus buiten valt. Daarom betalen ze een lager tarief.
Groten als Bob Dylan, Tom Petty, Bruce Springsteen en Don Henley vinden trouwnes ook dat ze nog geld te goed hebben van hun labels.
Eerdere berichten over deze juridische ontwikkeling vind je in de categorie dossier Crisis in de platenindustrie.