Diva.
De Texaanse zangeres Dede Priest en haar Nederlandse band zijn aan elkaar gewaagd. Dat blijkt vanaf de eerste noten van de opener, de traditional Wade In The Water. Gitarist Richard van Bergen, toetsenist Govert van der Kolm, bassist Roelof Klijn en drummer Jody van Ooijen jagen strak voort, Priest opjuttend. Die zingt zo staccato dat ze eigenlijk wel in ademnood zou moeten raken, maar de twee partijen houden elkaar precies in evenwicht.
Na dit overrompelende begin neemt het gezelschap tempo terug in de elf volgende, door Priest (samen met anderen) geschreven songs.
Dan blijkt nog beter dat Priest groot geworden is met gospel, soul en blues. Met haar soms tedere, soms nasaal-scherpe geluid timet ze om de maat heen en fraseert ze vrij. Soms lijkt ze bijna alleen voor zichzelf te zingen, maar op andere momenten haalt ze fors uit, haar woede en wanhoop de vrije loop latend.
De vier muzikanten ondersteunen Priest in stijl. Soms ingehouden, soms fanatiek swingend geven ze kleur aan haar stem. Priests zang staat echter terecht voortdurend in het middelpunt. Ze keert haar blues, soul en jazz binnenstebuiten door de gretigheid en de intensiteit waarmee ze haar eigen teksten te lijf gaat. Zo maakt ze die niet alleen persoonlijk, maar lijkt ze die traditionele genres ook opnieuw uit te vinden, net als Bettye LaVette en Betty Harris recent deden.
****
Gepubliceerd in Heaven no. 55, juli-augustus 2008/no. 4