Elite-eenheid.
Olivier Schutte gaat verder als bepalende factor in zijn Olivier’s Army, nu voorganger Oak ophield te bestaan. Zijn muzikale partner Hans Brussee, met wie hij twee cd’s maakte, emigreerde naar Oost-Europa, maar Schutte verwerkt die aderlating stijlvol.
Met Lodewijk Schutte – drums, Dan Simon – contrabas, Martijn Vogten – toetsen/gitaar, Ruud Peper – trompet en nieuwe zanger/gitarist Floris van der Klein nam toetsenist/gitarist Olivier Schutte tien open jazzy songs op die doorgaan waar Oak ophield.
In een combinatie van verstilde melodieën en solo’s op jazztrompet trekt de band muzikale bouwsels op die tegelijk majestueus en ijl zijn. Lodewijk Schuttes drums en Simons contrabas dienen, maar spelen tegelijk ook om elkaar heen, terwijl Vogten en Olivier Schutte melancholieke accenten toevoegen, of ze nu begeleiden of spaarzaam soleren. Alles dient ter ondersteuning van Van der Kleins klaaglijke zang en Pepers daaromheen zwervende, lyrische jazzsolo’s. Vermoedelijk niet toevallig verwijst de cd-titel naar Miles Davis’ A Kind of Blue.
Al jaagt Van der Klein in zijn teksten vergeefs een grote liefde na, de songs ontwikkelen zich op een volkomen natuurlijke manier en hebben ondanks hun lengte een interne logica die maakt dat ze geen seconde te lang duren.
De bandnaam knipoogt naar een Elvis Costello’s huurlingen, maar deze zes spelen niet voor het grote geld, maar om het samenspelen: Vogten en Peper zaten al met Olivier Schutte in Oak’s live-bezetting, terwijl Olivier en Lodewijk Schutte ook samen in een band zaten. Die onderlinge verwantschappen leveren prachtige muziek op.
****